adresboek
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Etymology
[edit]Pronunciation
[edit]Noun
[edit]adresboek n (plural adresboeken, diminutive adresboekje n)
References
[edit]- Matthias de Vries, Lambert Allard te Winkel (1864) “adresboek”, in Woordenboek der Nederlandsche Taal, published 2001