In verband met modereren kan het zijn dat het even duurt voor je reactie zichtbaar is.

Posts tonen met het label kleinkinderen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kleinkinderen. Alle posts tonen

zaterdag, september 26, 2020

In een vloek en een zucht

Mijn kleindochter is deze maand 20 jaar geworden.
Op haar verjaardag daalt ze gekleed in strakke jeans en een zwarte trui met een afgezakte schouder de trap af. Het roze BH-bandje piept als een sieraad tevoorschijn. De lange blonde haren zijn vandaag voorzien van grijze strepen.
Waar zijn ze gebleven de staartjes, de vlechtjes vastgeknoopt met kleurige kraaltjes of elastiekjes? Ze steekt haar hand op en trakteert me met een brede grijns en een gave rij tanden op haar gewoontegroet. ‘Hoi Oma.’ 
Waar zijn ze gebleven de schots en scheef staande tanden en kiezen. Jaren lang houdt ze dapper vol met alle mogelijke beugels. Het resultaat mag er zijn. Hetzelfde geldt voor haar lange nepnagels met glitterlak.
Waar zijn ze gebleven de tien kleine roze vingertjes met hun dunne kwetsbare nageltjes. De mollige voetjes in de eerste echte schoenen waar ze haar eerste stapjes op leert, steken vandaag in hippe sneakers van het nieuwste model.
Met vaste hand hanteert ze haar smartphone. Ik zoek het onbevangen kind dat onhandig met breinaalden in de weer was. Zou het poppendasje nog ergens op haar kamer zwerven?
Waar is de tijd van oppassen en later als ze naar de middelbare school gaat, commissie van toezicht. Het is goed dat je er bent als ze thuiskomt en dat je haar van eten en drinken voorziet, maar daar is ook alles mee gezegd. ‘Dag Oma, ik ga chillen met vriendinnen.’ En weg is ze op haar meidenfiets met voorop een reuzen formaat plastic krat.
Waar is het fietsje met zijwieltjes gebleven en de éénwieler waarop ze acrobatische toeren uithaalt. Op een dag blijkt het allemaal vervangen door een snelle scooter.
Met haar blonde lokken verstopt onder een monsterachtige helm trotseert ze het verkeer dat er met haar als deelnemer niet veiliger op wordt. 
Met een noodgang verdwijnt de puber, nog even zwaaiend, om de hoek. Op weg naar de zoveelste ruzie met haar moeder.

Vandaag zit ze gezellig babbelend met vriendlief, bijna aan haar vastgeplakt, tegenover me. Ten behoeve van hem haalt ze herinneringen met mij op.
Waar zijn ze gebleven, de stapels pannenkoeken die we bakten? De platen die we inkleurden. 
De lichte straffen die ze kreeg als ze mijn grenzen overstak? De serie boeken van Dr. Seuss die ze noemt, staan nog in de kast. Haar moeder las ze al voor er van haar sprake was. Dan vraagt ze naar de lievelingsknikker die ze me 11 jaar geleden met moeite schonk toen ik 60 werd. Ik diep hem op uit mijn broekzak en leg hem op tafel.

Die is er nog en zal altijd blijven. Twintig jaren, waar zijn die gebleven?

zaterdag, januari 30, 2016

Achtergrondkleur

Mijn kleindochter, die inmiddels een flinke puber is, was als peuter al behoorlijk bedreven met kleurpotloden. Ik kon haar geen groter plezier doen dan samen aan tafel zitten achter een maagdelijk vel papier.
Aanvankelijk kraste ze het vel ongecontroleerd vol, maar naarmate ze ouder werd en naar de kleuterschool verhuisde werden haar tekeningen mooier en doordachter. Verhoudingen gingen kloppen, figuurtjes kregen menselijke trekken, harkerige handen en voeten verdwenen.
Bij afbeeldingen in kleurboeken bleef ze keurig binnen de lijntjes. De kleuterjuf prees haar dat ze op jonge leeftijd het potlood zo goed hanteerde.
Toen ik viltstiften voor haar kocht was het met het fijne werk gedaan. Ze ontdekte dat ze daarmee sneller tot een gewenst resultaat kwam.
Hoewel ze op de basisschool andere vaardigheden, zoals rekenen en taal, tot zich moest nemen, bleef tekenen en kleuren nog lang een favoriete bezigheid. Rekenen bleek niet haar sterkste kant en nog steeds kost dat moeite.
Op een dag kocht ik bij Action een zogenaamd modellenboek. Als een ware ontwerpster ging ze aan de slag: ze tekende jurkjes, ontwierp lange- en korte broeken en in het bedenken van schoenen en laarzen was ze een ster. Ze paste de achtergrond aan bij de kleuren die ze voor de kleding gebruikte, waarbij haar lievelingskleuren blauw en roze opvallend veel werden gebruikt voor de grotere vlakken.
Toen ik opperde dat ze wel modeontwerpster kon worden, leek haar dat wel wat. 
Daarna bracht ik in dat het misschien verstandig zou zijn ook eens samen een paar tafels te oefenen, want als je de kleding wilt verkopen moet je toch kunnen rekenen. 
Ze nam een nieuw kleurpotlood ter hand en zonder op te kijken zei ze: ‘Dan verkoop ik ze toch niet.’ Tegen zo veel logica kon ik niet op.
Toen ik mijn bewondering uitsprak over het model waarmee ze bezig was sprak ze mijmerend. 'Het mooiste moet nog komen, Oma.'  'En hoe gaat dat er dan uitzien?' vroeg ik.
'Dat weet ik niet, het is nog niet af.'

woensdag, januari 14, 2015

Horen, zien en ...

Onze vijfjarige kleinzoon gaat mee naar mijn stokdove schoonmoeder, die weigert haar gehoorapparaat te gebruiken. De conversatie gaat daarom op luide toon. Ik probeer met haar tot zaken te komen wat betreft een bezoek aan de kapper en doe het voorstel om nieuwe kleding aan te schaffen. Met een bezoek aan de kapper kan ze wel akkoord gaan, want ze heeft zelf ook geconstateerd dat haar permanent behoorlijk is uitgezakt. Nieuwe kleding vindt ze maar onzin er hangt nog voldoende in de kast. Dat één en ander niet meer om aan te zien is, valt buiten haar blikveld.
Ondertussen bestudeert kleinzoon de rollator. Hij onderzoekt de werking van de remmen en probeert de letters op het naamplaatje te ontcijferen. Ook de bedgalg ontkomt niet aan zijn aandacht. Hij kruipt op bed om te ontdekken wat het nut van dit attribuut is. Zijn armen zijn nog iets te kort, maar hij begrijpt wel hoe het werkt. Het liefst zou hij zien dat schoonmoeder een demonstratie geeft, maar dat gaat haar en mij te ver. Als hij klaar is met zijn speurtocht door de kamer wordt de belangstelling naar de badkamer verlegd.
De armsteunen aan het toilet worden getest op beweegbaarheid en als hij op het douchestoeltje is geklauterd, vinden zijn ogen het touwtje van de alarmbel. Ik kan hem ervan weerhouden om aan het koordje te trekken en houd daarmee de hulptroepen op afstand.
Zijn volgende observatie betreft de intercom, kleinzoon legt zijn oor te luister en verschiet van kleur als een stem de bingo onder de aandacht brengt. Voor mij het sein om op te breken, want bij de bingo mag schoonmoeder niet ontbreken. 
Eenmaal buiten het verzorgingshuis blijkt dat kleinzoon de conversatie tussen zijn overgrootmoeder en mij niet is ontgaan; ‘Oma, die oma van jullie is een beetje doof.’

WE-300 Schrijf in 300 woorden een stuk over waarnemen, zonder dat woord te gebruiken.
Voor meer info en verhalen zie https://platoonline.wordpress.com/

zaterdag, september 28, 2013

Een bijzonder kleinood

Deze schrijfveer roept een herinnering op die ik destijds onder de titel "Verbond" op de Trouwschrijfsite heb geplaatst. De anekdote is nog steeds actueel.

Mijn 60e verjaardag vieren we in gezinsverband met een lunch buitenshuis.
Ik neem cadeautjes in ontvangst en kleindochter overhandigt mij, als laatste, met enige aarzeling een glazen knikker waar ik verheugd op reageer.
We eten een heerlijke maaltijd, kletsen wat na en genieten van het uitzicht op strand en zee.
Op een goed moment wil kleindochter naar het toilet en hoewel ze dat heel goed alleen kan vraagt ze mij mee te gaan. Als ze haar handen staat te wassen laat ze me weten dat ze die knikker zelf erg mooi vindt en dat ze heeft overwogen hem zelf te houden. Ik vind het een prestatie voor een achtjarige dat ze er afstand van doet en eerlijk opbiecht dat het moeite kost.
Het cadeau wordt voor mij het belangrijkste wat ik krijg die dag. Ik geef haar een stevige knuffel en spreek waarderende woorden over haar gulle gebaar.
Ik beloof haar dat ik voortaan die knikker altijd bij me zal dragen, behalve als ik kleding draag zonder zakken. Ik zeg haar ook dat de knikker een vaste plek in mijn sieraadkist zal krijgen.
We spreken af dat ze mij mag controleren op de beloftes die ik haar doe.

Inmiddels zijn we bijna vijf jaar verder en ze vraagt regelmatig of ik de knikker bij me heb.
De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik wel eens in gebreke blijf. In mijn eigen huis haalt ze ogenblikkelijk het bijzondere kleinood uit zijn bergplaats en stopt het in mijn broekzak.
Als we bij haar thuis zijn vergeeft de lieverd me ruimhartig mijn nalatigheid.

vrijdag, juli 05, 2013

Dansen

‘Zoenen jullie wel eens?’ vraagt kleinzoon.
‘Ja’, zeg ik. ‘Wil je het zien?’
Zijn Opa en ik geven met plezier een levensechte demonstratie.
‘Getver, ze doen het echt’, gruwt kleinzoon tegen zijn zus, die verbaasd zit toe te kijken.
Het joch is blijkbaar op de nieuwsgierige toer want de volgende vraag dient zich aan.
‘Kunnen jullie ook dansen?’

‘Ja we hebben zelfs twee diploma’s en speldjes’, zegt echtgenoot. Ze geloven het niet.
We zijn in hun ogen duidelijk te oud voor dergelijk frivoliteiten. Ik diep, na lang zoeken, de trofeeën ergens onder uit een la.
Tegen zoveel bewijsmateriaal is maar één ding in te brengen. ‘Zien’, zegt kleinzoon.
Het tweetal nestelt zich samen in een stoel en gaat er eens goed voor zitten.
We zoeken een geschikte cd en persen er met enige moeite, na jaren stilstand, een foxtrotje uit.

Ons nageslacht is overtuigd van ons kunnen en komt tot de conclusie dat dansen leuker is dan zoenen.

woensdag, januari 23, 2013

Slordig

Johanneke is twaalf jaar, zoals veel meisjes van haar leeftijd, doet ze enthousiast aan paardrijden.
Regelmatig is zij in de manege te vinden, ze slaat geen les over.
Op een dag is ze ver genoeg gevorderd dat ze kan meedoen aan dressuurproeven.
De eerste keer doet ze dat zo goed, dat ze de eerste prijs in een vorm van een beker, mee naar huis kan nemen.
Apetrots is ze en de beker krijgt een plaatsje op haar kamer, waar de paarden vanaf de muur tevreden toekijken.
De volgende keer dat Johanneke aan de dressuurproeven meedoet haalt ze de tweede prijs en ook deze beker, die ietsje kleiner is, krijgt een plek.
Dan volgt een derde proeve van bekwaamheid en Johanneke is weer van de partij.
De toeschouwers aan de rand van de bak zien het gebeuren. Ze denkt haar kuur wel even te rijden en vergeet daarbij dat slordigheid in je nadeel werkt. Ze wendt te vroeg af, kijkt te weinig vooruit en de teugelvoering laat te wensen over. Haar moeder, die de kuur voorleest, sist haar toe dat ze slordig rijdt, maar dan is het onheil al geschied.
Bij de prijsuitreiking blijkt dat ze voldoende punten heeft gehaald, maar voor een beker komt ze niet in aanmerking. De teleurstelling is groot. Hoe kan dat nou, het ging toch zo goed, vindt ze zelf.
De jury dacht daar toch echt anders over en terecht.
En zo leert Johanneke dat je met slordigheid geen prijzen wint.

zondag, oktober 28, 2012

Skinny Jeans

Ik doe dienst als commissie van toezicht, zo noem ik tegenwoordig het oppassen.
Toezien en zorgen voor eten en drinken meer wordt niet verlangd. Kleine kinderen worden groot.
Kleindochter daalt in joggingbroek de trap af, wetend dat ze in deze outfit de straat niet op mag, vraag ik naar haar plannen. Ik ken haar goed genoeg dat ze het toch zal proberen. Denkt natuurlijk dat Oma dat niet weet.
‘Ik ga straks naar Paulien.’
‘Niet in die broek.’
‘Waarom niet?’
‘Het is geen gezicht en je mag van je moeder niet in die broek de deur uit.’
‘Oh jawel hoor, ik doe dat wel vaker.’
‘Dan ben je aan haar aandacht ontsnapt of ze is niet streng genoeg geweest. Vandaag gaat je dat niet lukken.’
Ze zucht, maar zij kent mij ook en ze neemt haar verlies.
Even later komt ze in spijkerbroek tevoorschijn en moppert:
‘Moet je kijken Oma, deze broek is me te klein, hij zit veel te strak.’
‘Dat hoort toch bij skinny jeans?’ zeg ik. Ze grijnst en begrijpt dat ik niet in haar smoes trap.
Ze komt nog gezellig bij me zitten en neemt de vorderingen die ze met paardrijden maakt met me door. Ik beloof dat we komen kijken als ze haar dressuurproef moet rijden.
Dan is het tijd om naar Paulien te gaan, ze zwaait nog even en ik zie haar de rest van de middag niet terug.

Mij rest het toezicht op haar jongere broer, die hevig geconcentreerd een computerspelletje online speelt. Hij heeft daarvoor een zogenaamd oortje in en is daarmee verbonden met een vriendje elders in het land dat hij op de vakantie heeft ontmoet. Ik denk er het mijne van, maar aangezien zijn ouders dit goed vinden houdt hier alle tegenspraak op.

woensdag, oktober 17, 2012

Afscheid

Waar zijn die twaalf jaren gebleven?
Van baby, naar peuter, naar kleuter, naar meisje, naar vroege puber.
Telkens weer een afscheid van een waardevolle periode waar ik op mocht meedraaien.
Het duurt niet lang meer dan heeft ze mij als oppas niet meer nodig. Ik functioneer nu al in de kantlijn, je moet wel thuis zijn voor het geval dat…
We hebben samen afscheid genomen van spullen uit de speelgoedkast die te kinderachtig zijn geworden. Plakplaatjes kunnen wel weg. Kralen rijgen doet ze niet meer. Ze shopt nu zelf met vriendinnen voor sieraden.
Ik neem steeds een beetje meer afscheid van het kind dat langzaam uitgroeit tot jonge meid met een eigen wil en smaak.
Ze vertrekt op haar fiets om met vriendinnen te chillen.
“Dag Oma, tot straks.”

woensdag, augustus 08, 2012

Olympische Spelen



Kleinzoon van 11 jaar is met zijn vader naar de voetbalwedstrijd Mexico-Japan in Londen geweest.
Ze hebben besloten voor Mexico te zijn. Het is dus extra fijn dat dit land de wedstrijd wint.
Enthousiast arriveren ze op Schiphol waar we kleinzoon oppikken voor een paar dagen logeren.
Zijn vader reist naar huis, werk roept.
Bij Starbucks bestel ik drie soorten koffie en kleinzoon plaatst in het Engels zijn frisdrankbestelling.
De Starbucksjongeman vraagt of ik op vakantie ga en ik zeg hem dat ik kleinzoon net heb afgehaald. Het gesprek verplaatst zich onmiddellijk naar hem en trots vertelt hij van zijn gang naar de  Olympische Spelen. “Ik ben jaloers op je.” zegt de koffieschenker.
“Nu ga ik nog bij haar logeren”, zegt kleinzoon, terwijl hij op mij wijst. De Starbucker grijnst breed naar mij, van jaloezie is nu geen sprake meer.

Onderweg in de auto, met de Mexicaanse vlag om zijn schouders, vertelt hij honderduit over Londen. De rondvaart over de Thames, de Towerbridge en het slechte ontbijt in het hotel.
Het lege stadion waar hij en zijn vader als eersten binnenkomen en hoe het volstroomt met publiek. De wedstrijd is uitverkocht.

Thuis is het joch al snel verdiept in Asterix en Obelix. Hij gaat dit jaar naar het Gymnasium en denkt volgend jaar wel voldoende Latijn te kennen om de strip ook op dat gebied te begrijpen.
Nadat hij zijn eigen pannenkoeken heeft gebakken en verorberd, leert hij zijn grootouders snel even het kaartspelletje Pascal. Na drie rondes stelt hij voor ons een ander spelletje te leren. Ik steek daar een stokje voor, allang blij dat ik met Pascal uit de voeten kan. In de vijfde ronde stort het kind in, moe van alle indrukken en de vliegreis besluit hij naar bed te gaan en dan komt de opmerking van de dag.
De “grote” knul vraagt of Opa hem nog wel voorleest. Zijn keus valt op het Slaapboek van dr. Seuss. 

maandag, februari 27, 2012

Vraag en antwoord

Kleinzoon vraagt wat een verzorgingshuis is.
Ik begin mijn uitleg met de vraag:  "Weet je nog het grote huis waar Ouwe Oma woonde?"
Hij herinnert zich nog dat we er wel eens op bezoek gingen.
Zijn zus, die meeluistert, neemt de uitleg over en zegt:
"Een verzorgingshuis is een ouwerwets kindertehuis"
Breng daar maar eens wat tegenin.

donderdag, september 01, 2011

Op zijn beloop gelaten

Kleinzoon beklaagt zich:
“Oma, mijn zus wil niet dat ik met haar nintendo speel.”
Kleindochter: “Ja maar, hij is vergeten zijn eigen spelletje mee te nemen.”
Kleinzoon: “Jij hebt beloofd dat ik wel op die van jou mocht.”
“Nietus.”
“Wellus.”
De belofte is niet in mijn bijzijn gedaan.
De waarheid zal wel weer ergens in het midden liggen en is moeilijk te achterhalen.
Kleinzoon: “Ik wil meekijken op het scherm?”
Kleindochter: “Ja maar dan zit je bijna bovenop me.”
Kleinzoon: “Anders kan ik het niet zien.”

Ik besluit me terug te trekken in de keuken.
Even later bouwt kleinzoon met lego aan een parkeergarage en is zijn zus bezig de auto’s daarvoor aan te leveren.
De nintendo ligt vergeten op tafel.
Soms kun je maar beter de zaken op zijn beloop laten.

vrijdag, augustus 19, 2011

Schoolvakantie

Echtgenoot en ik passen alleen op de kleinkinderen als de schoolvakanties niet matchen met de werktijden van hun ouders.
Aan de bak dus de afgelopen week, gedurende drie dagen. En… nog twee weken te gaan.
Schreef kleindochter begin van de week nog een lief elfje, vandaag stond de pet bij haar en broerlief in standje dwars. Niet een beetje dwars, nee flink dwars. Behang te weinig om het, als het ze uitkwam, samenspannende stel achter te plakken.
Wat een aanslag op je eigen humeur. Ik kon zelfs met mezelf niet meer uit de voeten.
Niet reageren en vooral niet toegeven was het enige dat restte.
En het hielp, langzaam kozen ze eieren voor hun geld en werd het uiteindelijk toch nog gezellig.

zondag, augustus 14, 2011

Trots

Kleinzoon viert zijn achtste verjaardag.
Supertrots is hij op zijn nieuwe fiets met zes versnellingen die hij in de buurt wil showen.
Of er iemand uit het verjaardagsgezelschap zin heeft om met hem mee te fietsen.
Maar iedereen zit nog aan de taart en niemand ziet een tochtje door de buurt met regen op komst als een uitje.
Ik herinner mij mijn eigen verjaardag en het paarse doortrappertje wat ik toen kreeg.
Niks zes versnellingen maar wel zo trots als mijn kleinzoon. Ik bied hem aan met het mee te fietsen.
Nou ja, met Oma fietsen is waarschijnlijk niet helemaal wat hij bedoelt, maar hij neemt het aanbod aan.
Het hele traject dat we afleggen, door de straten waar klasgenootjes wonen, fietst hij ondanks zijn zes versnellingen achter me. Pas als we bijna thuis zijn komt hij naast me fietsen.

woensdag, mei 25, 2011

Limousine

De kleinkinderen en hun ouders wachten bij de kerk op ons.
Wij arriveren in een zwarte volgauto achter de auto waarin hun overleden Overoma ligt.
Onze kleinkinderen hebben nog nooit een uitvaart meegemaakt en het eerste wat ik aan mijn “stoere” kleinzoon van acht zie, is zijn knuffelkonijn. Het is het joch aan te zien dat hij het hele gebeuren reuze spannend vindt.
Zijn zus van tien stelt zich wat verlegen op en weet zich geen raad met de dominee die haar de hand komt schudden. Deze kinderen komen nooit in de kerk dus van zang, preek en andere rituelen weten ze niets. Het gezin zit pal achter ons en ik verbaas me over de rust die er in die bank heerst. Het lukt ze om een uur muisstil te zijn en amper te bewegen. Zo ken ik ze niet. Knap hoor.

Op de begraafplaats staan ze vooraan. Je ziet ze bijna denken: “Eindelijk de kans om eens in een graf te kijken.” Ook dat verbaasd me want ik kan me voorstellen dat dat “doodeng” is.
Als we na de condoléance aan de soep en broodjes zitten, komen de vragen los.
Kleindochter: “Oma wie betaalt dit allemaal, jij en Opa?” Ik leg haar uit dat je voor een begrafenis geld kunt sparen en dat Overoma dat ook keurig heeft gedaan.
Mijn schoonmoeder is bijgezet in een familiegraf en de volgende vraag luidt: “Oma, waarom zagen we al die anderen niet liggen?”
Ik begrijp nu waarom ze zo mooi vooraan stonden. Lastige vraag trouwens maar met mijn antwoord dat de medewerkers van de begraafplaats hebben gezorgd voor een gladde ondergrond voor de kist van Overoma is ze tevreden.

Als we nog even bij ons thuis nazitten klautert kleinzoon bij mijn man op schoot en komt de leukste vraag voor de dag: “Opa, als jij doodgaat, mag ik dan ook in zo’n limousine zitten?”

zaterdag, april 30, 2011

Rolschaatsen

Als kind was ik gek van rolschaatsen. Je kon die tak van sport nog op straat beoefenen. In ons dorp was dat de stationsweg, daar lag mooi asfalt en er was een lichte helling waar je kon uitrollen. Mijn rolschaatsen kreeg ik van Oma en ik herinner me dat ik niet bereid was een dag te wachten om die felbegeerde dingen in de stad te gaan kopen. Ze werden dus aangeschaft in de plaatselijke ijzerhandel die alleen het merk Gloria verkocht.
Mijn oudere broer, die van dezelfde Oma rolschaatsen van het merk Hudora had gekregen, vond dat ik op minderwaardig materiaal zou rijden en begreep niets van mijn ongeduld. Mij deerde het niet. Ik wilde rolschaatsen en wel meteen. Ik was helemaal in de Gloria met mijn aanwinst en heb er naar hartelust gebruik van gemaakt.

Enkele jaren geleden, met vakantie in Californië, raakte ik opnieuw in de ban van rolschaatsen en besloot na rijp beraad, ik dacht er een jaar over na, rolschaatsen te kopen. Dit keer waren het hele chique, zwartleren schoenen, rubberwielen en een stop onder de neuzen.
Als een kind zo blij toog ik met mijn aankoop huiswaarts, waar ik op de plavuizen in de gang en de keuken, met behulp van trapleuning en aanrecht overeind probeerde te blijven. Dat lukte aardig maar waar vind je glad terrein met dergelijke hulpmiddelen. En nog belangrijker, waar zet ik mijn eerste streken zonder publiek. Op het industrieterrein in de buurt oefende ik enkele avonden en geleidelijk aan ging het steeds beter. Zelfs de bochten begonnen goed te gaan en ik zag me al tochten maken in de polder.
Het is er helaas niet van gekomen. Blijkbaar stond ik toch niet stevig genoeg op de wielen want een val maakte een vroegtijdig einde aan de rolschaatscarrière. Beschadigde enkelbanden deden me weken kreupelen, brachten de lachers op mijn hand en scheurden mijn zelfvertrouwen aan flarden.
Mijn kleindochter ruilt haar knalroze rolschaatsen in voor die van mij als ze schoenmaat 39 heeft.

zaterdag, maart 26, 2011

Wijsneusje

Kleinzoon is drie jaar geworden en bedolven onder cadeautjes.
Ik vraag mij af of een miniwasmachine voor zo’n knulletje nou een zinnig cadeautje is. Hij vindt blijkbaar van wel want hij speelt er graag mee. Het trommeltje maakt heel wat omwentelingen.
Een half jaar na zijn verjaardag moeten we op hem passen en het bewuste speelgoed is nog steeds favoriet en draait die dag naar hartelust. Op een goed moment hoor ik hem en het trommeltje sputteren, het wasmachientje geeft de geest en mijn kleinzoon neemt het toestel onder zijn kleine armpje en stevent richting voordeur. Ik hou hem tegen en vraag: “Waar ga jij naar toe?”
Hij houdt me het geval voor en zegt: “Batterijen leeg, naar Blokker nieuwe kopen.”
Ik zeg dat hij nog te klein is om alleen boodschappen te doen en beloof hem dat we die dag samen batterijen zullen kopen.
De volgende dag nemen we hem mee op familiebezoek en daar steelt de peuter de show door in de open keuken de boel aandachtig te bestuderen. Als hij alles heeft bekeken draait hij zich om en zegt met verbazing in zijn stemmetje: “Is nie magnetron.”
Mijn schoonzus valt bijna van haar stoel van het lachen. Ze heeft zich inderdaad nooit een dergelijk attribuut aangeschaft.
Thuis staat een piano in de kamer en dat hij er tijdens dit bezoek ook een op zijn pad vindt valt hem blijkbaar alles mee. Hij klautert op de kruk en timmert met zo’n gemak op de toetsen dat wij vermoeden dat hij dat thuis regelmatig doet.
Bij mijn schoonzus kan deze kleinzoon niet meer stuk.
We zijn jaren verder, hij is inmiddels tien. De miniwasmachine is vervangen door Nintendo en ander snel speelgoed...