Een dag of tien geleden kocht ik digitaal voor zaterdag een kaartje voor de expositie van Banksy in de loods op het NDSM-terrein. Het kon nog net want vandaag zou de laatste dag zijn. Bij die aanschaf heb ik nooit aan Sail Amsterdam gedacht en pik er dus een graantje van mee. Op het station en aan de kade voor de pont is het een drukte van belang, maar alles loopt gesmeerd. Dranghekken zorgen voor gedisciplineerde doorstroom en er staan ruim voldoende hulpvaardige stewards. Heel belangrijk, het wachtende publiek heeft er zin in. De pont gaat af en aan, spuugt een massa voetgangers en fietsers uit en neemt nieuwe lading in. Ik beland op een mooi plekje en heb tijdens de oversteek zicht op letterlijk en figuurlijk ‘welvarend’ volk.
De hoeveelheid is wel wat minder dan tijdens de officiële opening, maar ook vandaag vaart er een bonte verzameling bootjes en schepen op het IJ.
De stuurman van de pont laveert, tussen min of meer drijvende badkuipen, luxe jachten, partyboten en driemasters, naar de overkant. Diep respect voor zijn stuurmanskunst. Later op de middag loop ik een tijdje mee in de mensenmassa richting de kade waar de grote jongens liggen afgemeerd, maar op een punt met nog weids uitzicht vind ik een plekje aan de kademuur en maak wat foto’s op afstand. Ik was toch al niet van plan om lang in een rij te gaan staan om aan boord van zo’n prachtig schip te stappen. Voor vandaag is het mooi geweest. Ik stap op de trein voor iedereen zich massaal in het openbaar vervoer wurmt om thuis te komen.
In verband met modereren kan het zijn dat het even duurt voor je reactie zichtbaar is.
zondag, augustus 24, 2025
Welvarend volk
zondag, juli 20, 2025
Morellenboom
’s Zomers zijn er volop rode kersen te zien. Ze zijn zuur en zelfs met een flinke scheut likeur niet te eten. Jaren achtereen komen de merels zich hun buikje rond eten, maar dat is dit jaar niet aan de orde. Regelmatig klinkt elders in de buurt hun vrolijke gezang, maar helaas laat in mijn tuin niet één merel zich zien. Voordeel is dat het straatje schoon blijft want merels zijn slordige eters. Neemt niet weg dat ik ze de lekkernij van harte gun. Dagelijks komt wel een volwassen ekster langs met een lui kind dat zich zittend op de dakrand van het schuurtje de morel laat aanreiken. Ze zijn erg op hun privacy gesteld want zodra ik omzichtige bewegingen maak om een foto te maken zijn ze weg.
Als op een goede dag twee jonge Vlaamse Gaaien de morel ontdekken is het voor de enkele voorbijganger snel gedaan. Binnen twee dagen is er geen vrucht meer te bekennen. Foto's maken is geen bezwaar, ze vinden het best. In tegenstelling tot de merels peuzelen deze vogels de kers tot op de pit af. De meeste liggen waarschijnlijk in de border, maar ik veeg er toch een aantal bij elkaar om in de groenbak te gooien. Voorlopig staat het boompje mooi vol in blad en hopelijk houdt dat nog geruime tijd aan.
donderdag, februari 06, 2025
In de wachtkamer 3 (slot)
Ondertussen verstrijkt de tijd en gebeurt er niet veel meer. Om de tijd te doden verdiep ik me in een oude Libelle. Het blad biedt weinig vertier.
De mevrouw met de kerstmuts sluit weer aan, maar haar man is nog niet vrijgegeven. Stiekem vraag ik me af of hij straks met muts en al tevoorschijn zal komen.
Na verloop van tijd komt de man met het harde stemgeluid wel terug in de wachtkamer. Blijkbaar is de lichte narcose nog niet helemaal uitgewerkt want hij helt lichtelijk over aan de arm van een verpleegkundige die hem voorzichtig op een bank drapeert. Neemt niet weg dat hij vraagt of de pleeg vannacht in de stille nacht naar de kerk gaat. 'Nee', zegt ze. 'Ik moet werken, iemand moet dienst doen. Gaat u wel?' 'Ik niet', loeit de man. 'Maar mijn vrouw is gelovig, zij gaat wel.' De echtgenote in kwestie oogt niet erg op haar gemak. Ik zie haar diep zuchten.
De verpleegkundige vertelt haar dat alles goed is verlopen, maar dat haar man nog een beetje wankel is. Ze adviseert nog even in de wachtkamer te blijven zitten, maar daar voelt de dame niet voor. Ze wil naar huis. Op weg naar de lift met haar man aan haar arm komt ze er snel achter dat het zonder rolstoel niet gaat lukken. Ze zet hem op een stoel en kijkt wat hulpeloos om zich heen.
De secretaresse achter haar balie legt uit dat alle rolstoelen beneden in de hal staan. Wat nu? Haar man alleen laten lijkt geen optie. Ik zie de hulpeloosheid in haar blik toenemen en kom overeind. Ik bied aan een rolstoel te halen. Ik zit daar tenslotte te niksen en copy op te doen voor een blog. En zo maak ik toch mijn loopje en haal in plaats van mijn boek een rolstoel. Als ik boven uit de lift kom staat ze mij met haar man aan haar arm al bij de liftdeur op te wachten. Geduld is blijkbaar niet haar beste eigenschap. Als we haar man in het stoeltje hebben gezet, neem ik mijn plaats in de wachtkamer weer in, waar mijn goede daad door een aantal wachtenden op prijs wordt gesteld. Ik neem het compliment in ontvangst en zeg dat het geen moeite kostte. Ik zeg niet dat het me spijt dat ik door die goede daad de aftocht van meneer en mevrouw Kerstmuts heb gemist. Lang kan ik er niet om treuren want ik word gehaald. Echtgenoot mag door naar het volgende onderzoek. Dit keer is de wachttijd van korte duur. Tegen de middag zijn we thuis. De komende dagen zullen we in alle rust doorbrengen en geen activiteiten ondernemen. Wat er na de kerstdagen gebeurde was al te lezen in. 'En dan is alles anders.'
zaterdag, februari 01, 2025
In de wachtkamer 2
Natuurlijk zit ik in die wachtkamer met gemengde gevoelens, maar wat daar zoal voorvalt leidt ook fijn af. Niet lang nadat de man met de kerstmuts is opgehaald trekt een ander, ouder echtpaar de aandacht. Terwijl de man de koffieautomaat passeert verkondigt hij op luide toon dat hij geen koffie mag omdat hij nuchter moet zijn voor het onderzoek. Op weg naar een hoge leestafel verderop in de wachtruimte herhaalt hij de boodschap nog drie keer. Daar aangekomen verdiept hij zich hardop lezend in de aanwezige krant.
Het kost hem moeite de berichten goed te lezen. 'Heb je je bril niet mee?' vraagt de echtgenote die tot dan heeft gezwegen. 'Tuurlijk niet', loeit de man. 'Die ligt in de auto, wat moet ik hier met een bril?' De ex-pleeg in mij heeft inmiddels de diagnose gesteld dat deze man niet meer 100 % over zijn brein beschikt en dat hij bloednerveus is voor het onderzoek. De verpleegkundige die hem ophaalt ontfermt zich warm over het druk pratende slachtoffer. In de wachtkamer keert de rust weer. Het wordt zo rustig dat ik letterlijk meekrijg hoe twee mannen van verschillende leeftijd al pratend uit een spreekkamer komen. De jongste vraagt aan de oudste of hij een beetje heeft begrepen wat er gezegd is. In gebrekkig Nederlands hoor ik het antwoord. 'Ja, ja, een bietje.' De jonge begeleider legt uit dat hij C. alles zal uitleggen en dat C. dan de dochter van de man zal bellen. Als dat maar goed gaat. Een boodschap uit de derde hand. Wie wel eens op een cursus heeft gezeten waarin je een verhaal moet doorvertellen weet dat er van het oorspronkelijke verhaal niet veel overblijft. Ondertussen ontvangt de secretaresse achter haar balie de ene na de andere cliënt.
Meestal gaat het om een doorverwijzing naar de goede wachtkamer, maar soms is er toch een boodschap van een andere orde en krijg je in de wachtkamer, met de oren gespitst, mee hoe een potje met faeces gevuld moet worden en waar het moet worden ingeleverd. Tja, je kunt niet alles achter gesloten deuren afhandelen.
Al die tijd zit naast mij een man die stoïcijns op zijn telefoon blijft kijken. Duidelijk ook iemand die de wachtruimte benut waarvoor ze is bedoeld ... wachten. En dan verschijnt zijn vrouw. Met een blijde lach op haar gezicht zegt ze. 'Helemaal schoon, we kunnen naar huis.' Hoe mooi is dat de dag voor Kerst. Wetend dat ons een andere boodschap wacht ben ik oprecht blij voor dit echtpaar.
Wordt vervolgd.
maandag, januari 27, 2025
In de wachtkamer 1
De dag voor Kerst moet meneer F. twee onderzoeken ondergaan.
Gelukkig kunnen ze op één ochtend worden ingepland. Alleen moet tussen de onderzoeken een rustpauze worden ingelast. Ik besluit de wachttijd door te brengen in de wachtruimte op de poli voor maag-darm-leverziekten. Het is me namelijk gelukt in de vroege ochtend op het ziekenhuisterrein een riante parkeerplek te vinden en wie zegt me, dat als ik een paar uur naar huis ga, ik weer zoveel geluk heb. Voor het geval ik me ga vervelen heb ik een leesboek meegenomen, maar ik laat het achter in de auto met het idee straks een loopje te hebben.
Oren en ogen open posteer ik me aan een hoge tafel. Uit ervaring weet ik dat je daar het prettigst zit en je kunt er prima schrijven voor het geval zich iets voordoet wat je ooit tot een bruikbaar verhaal kunt smeden. Vandaag is dat het geval. Mijn oog valt op de ruggen van een volwassen echtpaar met daarboven twee rode kerstmutsen. Ik ben niet erg in de stemming om er de humor van te zien, maar mezelf kennende zou ik het onder normale omstandigheden ook ver gezocht vinden. Maar goed ieder zijn lolletje.
Als een verpleegkundige een naam afroept komt er beweging in de mannelijke helft van het mutsenduo. Bij het zien van de hoofdbedekking zegt de pleeg. 'Ha, ik heb vandaag de hoofdprijs.' 'Nee', zegt de man. 'Die heb ik', en wijst op zijn vrolijk gemutste vrouw. Kijk dat is nog eens een liefdevol compliment.
Hij wordt meegenomen en zij vertrekt naar elders tot ze wordt opgeroepen om haar kerstman weer op te halen. Of hij na enige tijd ook goed gemutst vertrekt krijg ik helaas niet mee omdat ik een goede daad verricht, maar daarover bericht ik in het volgende blog.
vrijdag, april 19, 2024
Vogels spotten
De caravan staat gestald op de camping in Argenton sur Creuse. Een plaats in Frankrijk in het departement Indre. De Creuse is een rivier die vlak langs de camping stroomt. Bij hoog water zou je hier waarschijnlijk natte voeten krijgen, maar dat is nu niet het geval. In de reisgidsen en de folders valt te lezen dat het in deze regio stikt van de meren waar je bijzondere vogels kunt spotten.
Le Brenne heet een 'beschermd natuurgebied' te zijn, maar de fietser is er vogelvrij verklaard. De burger in het land van de Tour de France zit zelf liever achter het stuur van zijn auto dan op de vélo. Vrijliggende fietspaden zijn dan ook niet aangelegd. Normaal autoverkeer is toegestaan. Naast elkaar fietsen is levensgevaarlijk. Om goed zichtbaar te zijn hijst echtgenoot zich in het knaloranje hesje waarvan er maar eentje in de auto ligt. Ik fiets voorop. Echtgenoot sluit de rij van twee. De meeste automobilisten nemen een redelijk ruime bocht als ze inhalen. Een enkeling claxonneert.
Veel grond in dit gebied blijkt privé-eigendom. Middels strenge opschriften maakt de Fransoos die hier woont te kennen dat pottenkijkers niet gewenst zijn. Geen nood, voor de toerist blijft genoeg over om van te genieten.
De vogels zingen hun chansons ook buiten het hek naast het domaine privé. Jammer dat de specht die zich pijn in zijn schedeltje ramt onzichtbaar blijft.
Op een open vlakte vraagt zacht gezoem aandacht. In een veld vol knalgele boterbloemen foerageren duizenden bijen. Verderop staan koeien in een prachtige bruine kleur die je in Nederland niet ziet. De dromerige blik komt wel overeen met de soortgenoot in het thuisland.
De observatiepost die we als einddoel hebben ligt goed verscholen. In het bijna ondoordringbare struikgewas slingert een smal modderig looppad.
De bedoeling is duidelijk. Te voet verder. Om de vogels niet af te schrikken legt echtgenoot zijn veiligheidsvestje in de fietstas. Ondanks het diepe profiel van de schoenzolen volgen we met kleine pasjes het glibberige pad.
Zonder een modderpak op te halen bereiken we een kale houten hut. Buiten is op een bord te zien wat het uitgestrekte water aan vreemde vogels heeft te bieden. Binnen zit een beroepsvogelaar in camouflagepak.
Demonstratief zwijgend tuurt hij door een enorme lens het meer af.
Onze kleine kijkertjes lijken opeens belachelijke speeltjes. Na tien minuten houdt de vogelaar het voor gezien. Hij hangt de lens op zijn buik en vertrekt zonder te groeten. Ik denk dat we hem gestoord hebben in zijn observaties en voel me bijna schuldig. Maar na nog eens tien minuten turen begrijp ik zijn vertrek.
Hoe we ook kijken door onze speelgoedkijkertjes, we komen niet verder dan twee waterhoentjes met een jong, een enkele fuut en wat kleine meeuwtjes. Allemaal grut dat bij ons thuis aan het eind van de straat in de gracht dobbert. Een illusie armer fietsen we terug naar de camping.
Le Brenne een ervaring om nooit te vergeten.
Commentaar kort samengevat: Hoe imiteer je die stijl van Bril? Door journalistiek de situatie te beschrijven. Dat vinkje kun je zetten. De kern der dingen, raak je ook. De situatie schetst het tekort, het zoeken naar de uitkijktoren, de stugge vent, tot overmaat van ramp missen de vogels ook nog, die opbouw is ook een Bril-vinkje.
vrijdag, september 30, 2022
Lollypop
De toegangsdeur van de kleine kapsalon waar ik klant ben, is voor een groot gedeelte afgeplakt met reclame. Door een vrijgelaten kiertje in het raam zie ik een paar parmantige laarsjes in tijgerprint rondscharrelen. Eenmaal binnen constateer ik dat ze aan de voetjes steken van een peuter die van top teen in bleek roze is gekleed. Zelfs de speldjes in haar blonde krulletjes hebben die kleur. De man die door de kapster van dienst onder handen wordt genomen is onmiskenbaar haar vader, want meer klanten zijn er niet.
Terwijl ik mijn jas ophang neemt de kleine meid mij van top tot teen op. Blijkbaar kan ik door de beugel want zodra ik neerstrijk in het zitje met een tafeltje waarop de krant net past, schuift ze me haar kleurboek onder de neus. Na instructies over de kleurpotloden die ze uit een etui tovert, mag ik op een bladzij met afbeeldingen uit de ruimtevaart de sterren blauw kleuren.
Hoewel ik liever de Alien van een gifgroen pakje had voorzien doe ik volgzaam wat me is opgedragen. Zelf neemt ze een soort zon voor haar rekening die vooral buiten de lijntjes felgeel oplicht. Algauw is het onderwerp niet interessant meer en bladert ze door naar een schone pagina. Ze neemt me het potlood uit handen en steekt het demonstratief in het rooster van het verwarmingselement waar we naast zitten. Streng spreekt ze me toe.
’Daar mag je niks opleggen want als het erin valt is het weg.’ Ik beloof dat ik de kleurpotloden terug zal leggen in het etui. Blijkbaar vertrouwt ze me niet helemaal want tijdens het inkleuren van de stippen van een uit de kluiten gewassen lieveheersbeestje herhaalt ze haar boodschap nog zeker twee keer. Braaf knik ik haar toe en denk er het mijne van. Vermoedelijk ligt ergens in die verwarming een kleurpotlood dat ze bij een vorige knipbeurt van haar vader is kwijtgeraakt. Het wordt me echt duidelijk dat ze hier vaker komt als haar vader uit de kappersstoel opstaat en aanstalten maakt om af te rekenen.
Razend snel pakt ze haar spullen bij elkaar en duwt ze in zijn hand. De man krijgt amper kans zijn bankpas op te bergen. Zijn dochtertje pakt de zachte bezem die naast de kassa staat. In haar kleine handjes zwaait de lange steel gevaarlijk heen en weer als ze de losse plukken haar in de richting van een kastdeurtje veegt. Met een glazen snoeppot in de handen houdt de kapster met haar voet het deurtje open.
Als vader en dochter het pand verlaten steekt het juffertje de lolly die ze heeft verdiend naar mij op. Ze spreekt me nog één keer streng toe.‘Lopen met een lolly in je mond is gevaarlijk, die mag je thuis pas opeten.’
Een half uur later verlaat ik, zonder lolly, de kapsalon.
vrijdag, september 09, 2022
Bever spotten
Terug van weggeweest.
Wij genoten nog van 12 dagen kamperen in een zonovergoten Brabant.
Vanaf minicamping Munnikenhof in Terheijden reden we menig fietsroute in de omgeving en gingen een paar uur met een boottocht de Biesbosch in. Bedoeling van die vaart was bevers te spotten. De meevarende gids vertelde onderweg over het wel en wee van de bever, liet poten, huid en een namaakstaart rondgaan en tot slot een potje waarin de geur van de bever zat gevangen. Het aroma is absoluut niet geschikt om parfum van te maken.
De zwanen kwamen op de foto het mooist tot hun recht.
We zagen bijzondere wolkenluchten en voeren langs prachtige rietkragen, maar de bever liet zich niet zien.
Net toen ik op de terugweg nog een romantisch plaatje had geschoten, riep een medepassagier: ‘Daar, daar zit er een.’ De schipper had het ook gezien en nam meteen vaart terug. De bever van dienst, zoals meneer F. hem noemde, deed zijn uiterste best om de passagiers aan boord uiteindelijk waar voor hun geld te geven. Het beest zwom naast de boot heen en weer, klom op walkant, knabbelde wat aan een tak en ging weer te water. Niemand wilde er ook maar iets van missen met gevolg dat de boot lichtelijk naar één kant overhelde. Helaas was het te schemerig om een heldere foto te maken, ik had van te voren niet bedacht de isostand van de camera aan te passen. Jullie moeten me maar geloven. Inmiddels hadden de muggen de boot met menselijke inhoud ook ontdekt en werd het tijd naar de haven in Drimmelen terug te varen.
We hadden natuurlijk wel gelezen dat er bevers in de Biesbosch zitten, maar van eentje weten we het nu zeker.
Wie meer wil weten klik hier
vrijdag, juli 29, 2022
Booster
Voor ons doen moeten we vroeg opstaan, ons wacht namelijk om 9.00 uur de Corona Boosterprik. We hebben de afspraak elektronisch gemaakt en zijn beiden op verschillende dagen en tijdstippen door een metalen stem telefonisch herinnerd. We fietsen naar de priklocatie aan de andere kant van de stad. In de verte zien we al een verkeersregelaar in oranje hesje instructies geven aan de mensen die per auto komen.
Voor de ingang staat een korte rij die snel is weggewerkt. Links van de deur staat een mevrouw van de beveiliging met een doos mondkapjes voor diegene die de instructies niet goed heeft gelezen. Tegenover haar twee in het wit geklede medewerksters achter een desk die ID-kaart en ingevuld formulier controleren. Nee, de foto van de streepjescode hoeft ze niet te zien. Het stond toch echt in de instructies dat je die, net als het mondkapje, mee moest nemen.
Daarna volgt een lang, dubbel afgezet stuk waar je je moet opstellen. Ik hoef niet langs de twee dokters die aan het eind van de corridor zitten en kan zo doorlopen. Echtgenoot is minder gelukkig en sluit aan in een rij. Hij krijgt een aantekening op zijn formulier.
Na de artsen volgt een desk met vijf dames in gele hesjes achter computers, hun taak is het controleren van identiteitspapieren en geboortedata. Als alles blijkt te kloppen worden we door twee jonge vrouwen in groene poloshirts naar de prikruimte verwezen.
In een aantal rijen staan stoelen opgesteld. Twee priksters in donkerblauwe kleding rijden op hun bureaustoeltjes langs de slachtoffers die met één opgestroopte mouw klaarzitten, ze slepen een roltafeltje met alle benodigde attributen met zich mee. Gezien de aantekening op zijn formulier krijgt manlief de opdracht het prikgaatje extra aan te drukken. Hij krijgt ook een aparte pleister als een soort drukverbandje.
Voort gaat het naar de wachtruimte maar niet voordat we twee dames in paarse truien zijn gepasseerd waarvan er een laat weten dat we een plaatsje mogen zoeken, tien minuten moeten wachten en zodra we zitten mag het mondkapje af. Tijdens die wachttijd voegen zich twee, in groen pak gestoken, ambulancemedewerkers bij de dames voor een gezellig kletspraatje.
Als de tien minuten voorbij zijn verlaten we via een andere route het pand waar een manlijke beveiliger ons nog een prettige dag wenst.
Tot slot passeren we buiten een man in bruin uniform met de opdruk locatiemanager, hij is druk met zijn telefoon. De verkeersregelaar staat nog steeds op zijn post. Hij heeft geluk dat het mooi weer is.
Een dag later rest alleen een licht beurse plek op de bovenarm en daaraan hebben – als u meegeteld heeft – meer dan twintig mensen meegewerkt.
Compliment voor deze samenbundeling van krachten.
woensdag, juli 06, 2022
Heimwee
Ik kan heel goed lang van huis zijn. Met zeven weken kamperen, weet ik wel raad. Daarna vind ik het ook prima om huiswaarts te keren, maar niet uit een gevoel van heimwee. Natuurlijk is het comfortabel om weer in je eigen bed te slapen zonder dat er ter linkerzijde een wandje in de weg zit. In de caravan kan ik niet even een been buitenboord steken, tenzij ik van plaats ruil met meneer F. maar gek genoeg ligt dat niet eens lekker. Natuurlijk is het fijn, om na zeven weken de digitale editie te hebben gelezen, de ochtendkrant breed uit te vouwen op de grote eettafel. Natuurlijk is het prettig weer in het schrijfkamertje achter de laptop te zitten zonder hinderlijke lichtinval op je scherm. Trouwens de laatste weken hadden we prachtig weer, dus liet ik mijn reislaptopje voor wat het was. Doodzonde om binnen te zitten als je heerlijk kunt fietsen en van lange avonden onder de luifel kunt genieten. Sinds zondag 3 juli zijn we thuis, dik tevreden over de afgelopen weken. Schoon aan de binnen- en buitenkant ging de caravan maandagavond naar de stalling. Inmiddels zijn de meeste wassen gedraaid en voor een deel gestreken.
We rommelen nog een paar dagen aan, de tuin mag wel een beurtje, de boodschappen moeten aangevuld en de afspraak bij de kapper is gemaakt.
Wat is er dan met dat heimwee? Sinds maandag worden we weer gewekt door krijsende meeuwen, krassende kauwtjes en een saai koerende duif. In de roep van de koekoek zit ook niet veel melodie, maar ik hoor hem toch liever dan de duif. Ik heb heimwee naar alle vogelgeluiden die we elke dag om ons heen hoorden. ’s Morgens om vijf uur wakker worden met zingende merels en lijsters was geen straf. Tjonge, wat waren die zangers blij met de zonsopkomst. In Friesland was een bonte specht op vrijersvoeten die de terreinverlichting als drumstel gebruikte om boven zijn rivalen uit te komen.
De merels met piepende jonkies in de heg achter onze caravan vlogen af en aan. Hetzelfde deden de spreeuwen en de zwaluwen op diverse plekken waar we ons huis op wielen de afgelopen weken stalden. In Drenthe hadden hele zwermen tjilpende mussen al snel in de gaten wanneer we zaten te ontbijten. Ze kwamen buurten en deden zich te goed aan het brood dat we met ze deelden, maar ze trakteerden ons ook dagelijks op een show graantjes pikken uit grashalmen. Kostelijk om te zien hoe de jonge mussen die al best zelf kunnen foerageren toch met bibberende vleugeltjes en een open snaveltje blijven bedelen bij pa en moe als het zo uitkomt. In Overijssel interesseerden het de pimpelmeesjes en vinkjes niet wat wij onder de luifel nuttigden.
Zij haalden al kwetterend hun voedsel uit de bomen en struiken. Als ware trapezewerkers hingen ze ondersteboven in de takken en vonden daar veel lekkers. Gek genoeg hebben we daar amper mussen gezien. Wel kwam er regelmatig een roodborstje ons nieuwsgierig bekijken. Hij of zij streek neer op het spiegeltje aan het fietsstuur. Blijkbaar had het grappige vogeltje daar goed overzicht. Af en toe hoorden we ’s avonds een uil, maar dan hadden we het avondconcert van alle fluiters al gehad. En daar zit mijn heimwee, ik mis de kleine vogels. Meeuwen en kraaien hebben in Noord-Holland de laatste jaren de overhand gekregen ook het aantal eksters neemt toe.
Wat was ik gisteren blij met de merel die kwam kijken of er nog een morel viel te scoren, maar de boom is kaal gegeten. Aan de schone pitten op de grond te zien is de Vlaamse gaai daar schuld aan. Die eet namelijk het vruchtvlees tot de pit op. Ach, het zal heus weer wennen, het wachten is op de geur van de lindenbloesem en de hommels die daar dol op zijn.
Dat natuurverschijnsel in onze straat maakt veel goed.
Na vandaag hoop ik weer bij te blijven.
vrijdag, mei 27, 2022
Ons Bootje
De gemeente Súdwest-Fryslân is de grootste gemeente van Nederland.
Een gebied tussen Sneek, Stavoren en de Afsluitdijk. Uniek door het groene landschap en het mooie water. Zes van de elf steden liggen binnen de grenzen van deze gemeente. (Tot zover Wikipedia) Op redelijke afstand van elkaar liggen talloze dorpen in het vlakke landschap verspreid. Bij helder weer kun je eindeloos ver over de weilanden en bouwgronden kijken en dan valt op dat al die plaatsen, hoe klein ook, een eigen kerkgebouw hebben. Het is net of er iemand in een ver verleden met ruime hand kerktorens heeft gestrooid.
Ik moet denken aan de liedbundel uit mijn jeugd: 'Kun je nog zingen zing dan mee'. Fietsend door deze waterrijke provincie begrijp ik eindelijk na al die jaren pas goed de tekst van het lied. 'Ons Bootje'
Hoe zachtkens glijdt ons bootje
Daar op het spieg'lend meer
De riempjes net en proper
Gaan luchtig op en neer
De golfjes kabb'len spelend
Al tegen 't bootje aan
En ginds zien wij de toren
In groene bosjes staan
Jammer dat van de kerkjes die wij passeerden er niet één open was.
Nou ja, de mens kan niet alles hebben.
zaterdag, juli 25, 2020
Niets nieuws onder de zon
Waarom veertig dagen in acht werd genomen is niet precies bekend.
Tijdens een fietstocht op het schiereiland Wieringen zag ik dit straatnaambordje. Actueler dan ooit met het coronavirus dat aan een nieuwe opmars lijkt te zijn begonnen. Hoe komt het schiereiland aan een Quarantaineweg?
In 1806 werd een quarantainestation gebouwd. Wie een gevaarlijke ziekte onder de leden had was verplicht op het eiland te blijven.
Bron: https://isgeschiedenis.nl/nieuws/de-pesthuizen-op-wieringen-quarantaine-in-de-19e-eeuw
Voor wie wil reageren, dit stukje is informatief bedoeld. Hoewel er genoeg over te zeggen valt is het niet mijn bedoeling een discussie op gang te brengen over de huidige regels en de handhaving daarvan.
zondag, juni 14, 2020
Hebbeding
Het is 10.00 uur en het mooie weer heeft meer mensen naar buiten gelokt. Op het fietspad waar ik moet invoegen is het bedrijvig.
Net als ik denk vrij baan te hebben hoor ik een zoemend geluid.
Waar hij ruim groen licht heeft en rechts afslaat sta ik even later voor rood op de doorgaande baan, waar een zwarte auto voorlangs draait.
De jonge bestuurder beweegt ritmisch op de herrie die uit zijn opengedraaide raampjes naar buiten golft.
woensdag, mei 27, 2020
Bowles Mauve
vrijdag, mei 15, 2020
Rondje Corona
maandag, april 27, 2020
maandag, april 20, 2020
Ontmoeting met een beer
Nee, geef mij maar een afgedankte beer die op een rommelmarkt voor een sfeervolle plaatje zorgt.
De beren met strikjes en gebreide dasjes zien er wat meer verzorgd uit, maar het neemt niet weg dat het bij sommige beren qua kleding droevig gesteld is. Volgens mij zijn die blote beren allemaal mannetjes want de vrouwelijk ogende beren zijn meestal gehuld in gehaakte en gebreide jurkjes, liefst uitgevoerd in pasteltinten.
Behalve Bruintje Beer in zijn rode trui en geblokte broek is een geheel aangeklede mannetjes beer blijkbaar een zeldzaamheid.
In sommige vensterbanken zitten de beren knus in groepjes bij elkaar.
Beren mogen dat. Voor hen geldt anderhalve meter afstand niet.
Het is om jaloers op te worden.
zondag, april 12, 2020
Coronataal
zaterdag, februari 22, 2020
Verzetsbus
In de vrachtwagen gaan jonge bezoekers terug naar het jaar 1940: Nederland is bezet door nazi-Duitsland. In vier verschillende huizen gaan ze, met een opdrachtenboekje in de hand, op zoek naar voorwerpen, foto’s, documenten en de daarbij behorende verhalen. Zo ontdekken zij de waargebeurde oorlogsverhalen van de Joodse vluchteling Eva, het Nederlandse NSB-meisje Nelly, Jan met ouders in het verzet en Henk uit een alledaags gezin.
En als je het deksel van het doosje optilde klonk er een minder vriendelijk liedje over de NSB.
Het badkamertje waar Eva met haar moeder zich verstopte op het onderduikadres werd met ontzag bekeken.
donderdag, december 05, 2019
Het rollende hotel
Meneer F. en ik zitten op de stadscamping van Dijon voor onze caravan als een rood busje voorbij komt rijden dat aan het eind van ons campingstraatje op een grote open plek stopt. Twee jonge mannen zetten lange tafels en banken in elkaar. Het zal niet de eerste keer zijn dat er op een Franse camping een barbecue voor de gasten wordt geregeld. Blijkbaar is een aankondiging daarover ons ontgaan. Maar aan het eind van de middag worden we uit de droom geholpen.
Een meterslange combinatie van touringcar en aanhanger komt het terrein oprijden. De bus is gevuld met niet meer heel jonge reizigers.
Onze verbaasde blik wordt beantwoord met een vriendelijk zwaaien vanachter de hoge ramen. Aan ons trekt een rollend hotel voorbij.
De chauffeur manoeuvreert het gevaarte met precisie op de plek.
Nu begrijpen waarvoor de houten tafels en banken zijn die in de loop van de middag zijn neergezet. Het is een openluchtkantine.
’s ochtends en ’s avonds behoorlijk bedrijvig in het sanitairgebouw, want het rijdende hotel heeft wat dat betreft geen enkele voorziening. Overdag zijn de gasten met de bus op tour om tegen de avond terug te keren naar de camping waar ze achter hun rollende hotel kunnen aanschuiven voor de warme maaltijd die door de keukencrew is bereid.