‘Ach kijk, daar staat Tante
Lotje,’ zeg ik tegen meneer F. Natuurlijk wil hij weten wat
ik bedoel.
Tante Lotje was de wijkzuster in ons dorp. Gestoken in een leren jas,
gewapend met een grote bruine dokterstas en een wapperende lange zwarte sluier
op haar hoofd, tufte zij op haar solex langs de zieken in het dorp en de wijde
omgeving. Voor de bevolking was zij zuster Z. maar aangezien ze ook de
buurvrouw van mijn grootouders was, was ze voor mij Tante Lotje.
Precies zo’n figuur staat in
het Openluchtmuseum in Arnhem naast het
Groene-Kruisgebouw. Als je de
wijkzuster bent gepasseerd en het gebouw binnengaat, dringt de zware geur van
het ontsmettingsmiddel lysol meteen je neusgaten binnen. Behalve de spoelkeuken
met allerlei attributen, zoals urinaals en ondersteken die je vroeger bij het
kruisgebouw kon lenen, tegenwoordig heet dat medipoint of zoiets, is er ook een
kamer waar de dokter spreekuur houdt. Via een bandje hoor je de man zijn patiënt toe spreken.
In de kamer ernaast zit een streng
ogende zuster achter een bureau.
Zo eentje die geen enkele tegenspraak duldt.
Volgens meneer F. kun je het haar op haar tanden zien zitten. Zijn opmerking
doet vermoeden dat hij in zijn vroege jeugd traumatische ervaringen heeft opgedaan.
De zuster zwaaide de scepter
in het consultatiebureau, waar je als jonge moeder tijdens de eerste
levensjaren van je kroost regelmatig werd verwacht. In die zin is er niet veel
veranderd, behalve dat de moeder van nu heel wat mondiger is geworden. Men laat
zich niet meer zo gemakkelijk de wet voorschrijven. Tenslotte kun je
tegenwoordig alles opzoeken op internet.
Of dergelijke zoektochten altijd tot
gezonde en weloverwogen besluiten leiden, waag ik te betwijfelen.
Wie kent nog
de leus: “Rust, reinheid en regelmaat?”
In de laatste kamer van het
oude kruisgebouw wacht mij nog een verrassing.
Daar hangt de poster die in
mijn jeugd in mijn slaapkamer hing. In ons ouderlijk huis hadden we nog
geen douche en als ik me goed herinner waren er maar twee soorten tandpasta. Prodent
en Colgate, waarvan de goedkoopste op onze wastafel stond. In de jaren 50 van
de vorige eeuw was ik vast niet de enige met dergelijke hygiënische raadgeving boven mijn bed. Ik denk niet dat ik
me altijd aan de regels heb gehouden.
Hoewel … met tanden poetsen heb ik niet
vaak de hand gelicht.
Ik vond het kunstgebit van
mijn opa een angstaanjagend geval als ik het wel eens in een glas zag staan en
nam me op jonge leeftijd al voor dat mij dat niet zou overkomen. Het is gelukt,
de meeste van mijn eigen tanden en kiezen heb ik nog.
En Tante Lotje? Tante Lotje is vervangen door collega’s in kekke autootjes of op elektrische fietsen.
De solex wordt enkel nog als recreatief vervoermiddel gebruikt.
klik voor vergroten op de foto