Ik word wakker door een fel lichtschijnsel in een van mijn ogen en schud met mijn hoofd om het kwijt te raken. ‘Ha, gelukkig u bent er weer’, zegt de jonge man in het witte uniform. ‘Ik ben dokter Clarck, scheepsarts bij de Nieuw-Zeelandse marine. Ik heb met hulp van een collega die uw taal een beetje spreekt mijn best gedaan u in het Nederlands welkom te heten, maar de voertaal aan boord is Engels, gaat dat lukken?’ Ik knik. ‘Vanaf nu valt u beiden wat gezondheid betreft onder mijn verantwoording.'
Aan de andere kant van het bed in de ziekenboeg staat Henk, hij streelt mijn haar dat vol klitten zit. ‘Je hebt ons de stuipen op het lijf gejaagd, maar complimenten voor je glorieuze entree op dit schip.’
Dokter Clarck legt uit wat zijn bedoeling is. Voor ons beiden een kort lichamelijk onderzoek. Gewicht, bloeddruk, eenvoudig bloedonderzoek en een ECG, daarna douchen, een lichte maaltijd en voor de rest van de nacht slapen. Afhankelijk van zijn bevindingen stippelt hij voor de dagen dat we op zee zijn een programma uit om alvast aan conditieverbetering te werken. Dokter Clarck wil ons het liefst een nacht in de ziekenboeg houden, maar Henk weet hem te overtuigen dat we een jaar op een onbewoond eiland zonder controle hebben overleefd. Ik ben blij dat Henk en ik bij elkaar blijven. Maar het meest verheug ik me op een langdurige warme douche. Tot mijn teleurstelling vindt de dokter lang douchen te vermoeiend voor me. Ik mag douchen in onze hut onder voorwaarde dat Henk op wacht gaat zitten. Hij waarschuwt me voor mijn eigen spiegelbeeld. Ik vermoed dat Clarck bang is dat ik van die aanblik weer voor de vlakte ga. Hij heeft geen ongelijk want ik ga van schrik al bijna onderuit als ik mijn gewicht op de weegschaal zie. Ik weeg amper 50 kilo, ons verblijf op dat eiland had niet lang meer moeten duren. Mijn bloeddruk is, zoals te verwachten was, aan de lage kant, maar gelukkig laat het ECG geen afwijkingen zien. Voor Henk pakt het allemaal wat gunstiger uit, zijn spiermassa is door de trainingen in de bush niet helemaal weggevallen, maar ook hij heeft niet veel vet meer op de botten. Beiden hebben we bloedarmoede waarvoor we de komende dagen al medicijnen krijgen. In Devonport, de thuishaven van de marine, wordt bekeken of we met een litertje bloed worden bijgetankt. Clarck brengt ons naar de hut, waar stapeltjes ondergoed en grijze overalls klaarliggen. Het vertrouwde kratje staat in een hoek. De dokter wijst op twee grijze badjassen. ‘Trek die straks aan, ik ben over een uur terug met wat eten en drinken, daarna kunnen jullie slapen.’
Daar staan we dan in een hut van een patrouilleschip. ‘Frida laat me je nog een keer knuffelen voor je uit de kleren gaat, we hebben dit avontuur overleefd. De marine heeft het goed begrepen dat ze ons bij elkaar in een hut hebben gezet. Voorlopig kan en wil ik nog niet zonder je. Terwijl jij je uitkleedt, laat ik de douche op temperatuur komen.’
Al bij de eerste warme waterstralen krijgen de emoties me te pakken. Samen met het weldadige water spoelen de tranen over mijn wangen. Snikkend probeer ik de klitten uit mijn stugge haar te ontwarren en laat de shampoo langs mijn knokige lijf afglijden. Het gebeuren waar ik als een feestje naar had uitgezien wordt een emotionele achtbaan. Hondsmoe draai ik na vijf minuten de kranen dicht en vraag Henk met verstikte stem een handdoek aan te reiken. Hij stapt de cabine in en slaat zonder iets te zeggen een badlaken om me heen en brengt me naar de rand van het bed. ‘Kom eerst maar even bij. Het is niet niks wat er allemaal gebeurt, bereid je er maar op voor dat dit je de komende tijd vaker overkomt. Ik merk dat het mij ook niet onberoerd laat.’
We zitten een tijd zwijgend op de bedrand en komen pas in beweging als we het druppen van water uit mijn natte haren op de vloer horen. Ik kom overeind om een handdoek om mijn hoofd te wikkelen. Henk grijnst. ‘Zo kom je me weer bekend voor.’ Terwijl ik me verder afdroog, stapt Henk onder de douche. Een gevoel van jaloezie overvalt me als ik hem na een paar minuten zacht hoor neuriën.
Met een bescheiden klop op de deur meldt dokter Clarck zich. Achter hem staat een bemanningslid met een dienblad met voor ons elk twee crackers en een kop dampende thee. Clarck wil dat we voor de nacht met rust worden gelaten. Eten in onze hut en slapen is de opdracht. Morgen zal hij Henk op tijd wekken om mee te gaan naar het eiland, hij hoeft alleen maar aan te wijzen waar de noodkreten liggen. Omdat de commandant zo weinig mogelijk tijdsverlies in zijn vaarschema wil, gaan drie mannen mee om de letters op te ruimen. Als hij wil kan Henk nog snel wat foto’s van het eiland maken. Natuurlijk wil Henk voor zichtbare herinneringen zorgen. We drinken met kleine slokjes van de warme thee die een loom makende uitwerking heeft.
De crackers blijven onaangeroerd op de bordjes liggen. Voor ik in slaap val hoor ik Henk vanuit zijn bed nog net mompelen: ‘Ik maak een mooie cover voor je boek.’
O het gong nog verder. Zo mooi. En wat een inlevingsvermogen heb jij. Dat vind ik toch zo knap. En waar haal je dan al die kennis vandaan? Goh!
BeantwoordenVerwijderenAls het om feiten moet gaan zoals bijvoorbeeld over de marine, speur ik op internet.
VerwijderenWat doe je dit toch goed, Ferrara
BeantwoordenVerwijderenWat een goede opvang voor onze twee helden. En ik ben zo blij dat het verhaal nog verder gaat. Ik vind het echt geweldig.
BeantwoordenVerwijderenSuper vervolg...
BeantwoordenVerwijderenWat een emoties en wat een impact heeft het op beide gehad.
BeantwoordenVerwijderenZó prachtig door jou geschreven, of je het zelf hebt beleefd.
Schitterend.
Gelukkig onder de zorgen van dokter Clarck.
BeantwoordenVerwijderenDe conditieverbetering zal zijn vruchten afdragen.
Maar zal zijn tijd nemen.
Laatste bezoek aan het eiland, is ook afscheid nemen. Hans
Ha Ferrara,
BeantwoordenVerwijderenheerlijk... dat het zo goed afloopt.
En wat mooi heb je de emoties beschreven...
Er komt vast nog een allerlaatste deel... Toch??
Groetjes!
Het wordt een complete roman, en wát voor één! Ik geniet nog steeds van je verhaal dat zó knap in elkaar zit.
BeantwoordenVerwijderenZo realistisch allemaal!
BeantwoordenVerwijderenpfoe, wat heftig weer, en ontzettend goed ingeleefd
BeantwoordenVerwijderenWat een inleving heb jij... Je beschrijft zo mooi hoe Frida zicht voelt en hoe Henk haar weer aanvoelt. Zij hoeft gelukkig het schip niet meer af en Henk krijgt hulp. Wat een belevenis! 🦋
BeantwoordenVerwijderen