opdoffer
Uiterlijk
- op·dof·fer
- samenstelling van op vz en doffer ww [1]
- Naamwoord van handeling van opdoffen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opdoffer | opdoffers |
verkleinwoord | opdoffertje | opdoffertjes |
de opdoffer m
- een harde klap of klap tegen een lichaamsdeel
- Ze had zaterdag geprobeerd haar tegenstander Yutong Han te passeren in een ultieme poging om de afstand te winnen. De Chinese kwam in de verdrukking en gleed weg, Schulting meenemend in haar val. Schultings nek kreeg een flinke opdoffer toen ze tegen de boarding belandde. [2]
- (figuurlijk) een flinke tegenslag
- Maar al snel volgde de eerste opdoffer van de avond. Miric kon na een dubbele save van Boeckx van dichtbij binnentrappen. Nog voor de rust kreeg paars-wit een tweede kaakslag. Na een knappe Lokerse aanval over verschillende stationnetjes werkte Skúlason mooi overhoeks af, al ging Boeckx niet volledig vrijuit. [3]
- De Cleene is naar eigen zeggen zwaar gedupeerd. ,,Ik moet niet alleen weken wachten op een nieuw gebit maar het is ook een financiële opdoffer want het kostte 4.000 euro.” [4]
- [2] vuistslag, opduvel, tegenslag, slag, dreun, fleer, klap, opdonder, peut, poeier, stomp
- [1] een haberdoedag
- [1] een draai om zijn oren
- Het woord opdoffer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opdoffer" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ opdoffer op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Volkskrant Erik Van Lakerveld 13 februari 2017
- ↑ de Standaard ZATERDAG 9 SEPTEMBER 2017
- ↑ Tubantia Caspar Naber 07-09-2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Achtervoegsel -er in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 92 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %