flaske

Deens

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

flaske

1. fles

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

• flaske in:
  Det Danske Sprog- og Litteraturselskab
  Den Dankse Ordbog op website:ordnet.dk

Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

flaske

1. fles; een langgerekt, cilindrisch en meestal van glas vervaardigd vat met een nauwe hals die met een dop of kurk af te sluiten is

Schrijfwijzen

• fläske
• fleske
• flesse
• vles

Synoniemen

• Buddel
• buddel
• budel
• Buëdel
• burrel

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈflɑskə /

Woordafbreking

• flas·ke

Woordherkomst en -opbouw

• Werkwoord: Afkomstig van het Noorse woord  flaske zn 
• Zelfstandig naamwoord: Afkomstig van het Oudnoordse zelfstandige naamwoord  flaska zn  "fles"

Naar frequentie	2089

vervoeging
onbepaalde wijs	flaske
tegenwoordige tijd	flasker
verleden tijd	flasket flaska
voltooid deelwoord	flasket flaska
onvoltooid deelwoord	flaskende
lijdende vorm	flaskes
gebiedende wijs	flask
vervoegingsklasse	Klasse 1 zwak
opmerking

Werkwoord

flaske

1. overgankelijk alleen gebruikt in de frasen  flaske opp ww  en  flaske seg ww 

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	flaske	m: flasken v: flaska	flasker	flaskene
genitief	flaskes	m: flaskens v: flaskas	flaskers	flaskenes

Zelfstandig naamwoord

flaske, m / v

1. fles
2. de inhoud van een fles

   «Vi drakk tre flasker øl.»

   We dronken drie flessen bier.

Hyponiemen

   

[1]:  brusflaske zn  [1]:  drikkeflaske zn  [1]:  dynkeflaske zn  [1]:  halvflaske zn  [1]:  heilflaske zn  [1]:  helflaske zn  [1]:  klunkeflaske zn  [1]:  lukteflaske zn  [1]:  magnumflaske zn  [1]:  medisinflaske zn  [1]:  melkeflaske zn  [1]:  mjølkeflaske zn  [1]:  oppflaske zn  [1]:  plastflaske zn  [1]:  propanflaske zn  [1]:  saftflaske zn  [1]:  sprayflaske zn  [1]:  sprutflaske zn  [1]:  termosflaske zn  [1]:  tomflaske zn  [1]:  tåteflaske zn  [1]:  vannflaske zn  [1]:  varmeflaske zn  [1]:  vassflaske zn  [1]:  vinflaske zn  [1]:  økonomiflaske zn  [1]:  ølflaske zn

Afgeleide begrippen

   

[1]:  flaskebarn zn  [1]:  flaskecontainer zn  [1]:  flaskefôr zn  [1]:  flaskegrønn zn  [1]:  flaskehals zn  [1]:  flaskeinnsamling zn  [1]:  flaskekasting zn  [1]:  flaskeknusing zn  [1]:  flaskekork zn  [1]:  flaskekost zn  [1]:  flaskemelk zn  [1]:  flaskemjølk zn  [1]:  flaskepant zn  [1]:  flaskepost zn  [1]:  flaskeskip zn  [1]:  flaskeskår zn  [1]:  flaskeåpner zn

Typische woordcombinaties

• [1]: drikke av flaska

uit de fles drinken

Uitdrukkingen en gezegden

• [2]: slå seg på flaska

alcoholist worden
alcoholiste worden

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈflɑskə /

Woordafbreking

• flas·ke

Woordherkomst en -opbouw

• Werkwoord: Afkomstig van het Nynorske woord  flaske zn 
• Zelfstandig naamwoord: Afkomstig van het Oudnoordse zelfstandige naamwoord  flaska zn  "fles"

vervoeging
onbepaalde wijs	flaske flaska
tegenwoordige tijd	flaskar
verleden tijd	flaska
voltooid deelwoord	flaska
onvoltooid deelwoord	flaskande
lijdende vorm	flaskast
gebiedende wijs	flask flaska flaske
vervoegingsklasse	Klasse 1 zwak
opmerking

Werkwoord

flaske

1. overgankelijk alleen gebruikt in de frasen  flaske opp ww  en  flaske seg ww 

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	flaske	flaska	flasker	flaskene

Zelfstandig naamwoord

flaske, v

1. fles
2. de inhoud van een fles
3. (eenheid) maateenheid voor wijn: 1 flaske = 3/4 liter

Hyponiemen

   

[1]:  brennevinsflaske zn  [1]:  brusflaske zn  [1]:  champagneflaske zn  [1]:  dropeflaske zn  [1]:  dråpeflaske zn  [1]:  dynkeflaske zn  [1]:  eingongsflaske zn  [1]:  gassflaske zn  [1]:  halvflaske zn  [1]:  heilflaske zn  [1]:  ketchupflaske zn  [1]:  ketsjupflaske zn  [1]:  klunkeflaske zn  [1]:  konjakkflaske zn  [1]:  literflaske zn  [1]:  lommeflaske zn  [1]:  lukteflaske zn  [1]:  magnumflaske zn  [1]:  medisinflaske zn  [1]:  mjølkeflaske zn  [1]:  originalflaske zn  [1]:  plastflaske zn  [1]:  propanflaske zn  [1]:  saftflaske zn  [1]:  seltersflaske zn  [1]:  sjampanjeflaske zn  [1]:  sprayflaske zn  [1]:  spritflaske zn  [1]:  sprutflaske zn  [1]:  termosflaske zn  [1]:  tomflaske zn  [1]:  tranflaske zn  [1]:  tåteflaske zn  [1]:  varmeflaske zn  [1]:  vaskeflaske zn  [1]:  vassflaske zn  [1]:  vinflaske zn  [1]:  økonomiflaske zn  [1]:  ølflaske zn

Afgeleide begrippen

   

[1]:  flaskebarn zn  [1]:  flaskebrot zn  [1]:  flaskebrott zn  [1]:  flaskefôr zn  [1]:  flaskegrøn zn  [1]:  flaskehals zn  [1]:  flaskekapsel zn  [1]:  flaskekork zn  [1]:  flaskekost zn  [1]:  flaskelam zn  [1]:  flaskemjølk zn  [1]:  flaskeopnar zn  [1]:  flaskepost zn  [1]:  flaskeskip zn  [1]:  flasketut zn

Typische woordcombinaties

• [2]: drikke opp heile flaska

de hele fles opdrinken

Uitdrukkingen en gezegden

• [2]: slå seg på flaska

alcoholist worden
alcoholiste worden

• [2]: trøyste seg til flaska

troost in de fles zoeken (een drankprobleem met alcohol hebben)

• [2]: ty til flaska

toevlucht tot de fles

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Twents

Zelfstandig naamwoord

flaske

1. fles; een langgerekt, cilindrisch en meestal van glas vervaardigd vat met een nauwe hals die met een dop of kurk af te sluiten is

Schrijfwijzen

• fläske
• fleske