Baljuwschap Schieland
Uiterlijk
Baljuwschap Schieland | |||||
---|---|---|---|---|---|
Onderdeel van het Graafschap Holland | |||||
| |||||
| |||||
Regering | |||||
Regeringsvorm | Baljuwschap | ||||
Staatshoofd | Baljuw |
Het baljuwschap Schieland was een tot het graafschap Holland behorend baljuwschap.
Oorspronkelijk behoorde het gebied tot het baljuwschap Rijnland. Een afzonderlijk baljuwschap Schieland werd voor het eerst vermeld in 1273 als baljuwschap tussen Schie en Gouwe. Het is in dezelfde tijd ontstaan als het hoogheemraadschap Schieland en het decanaat Schieland. Tot 1413 hadden de baljuwschappen Schieland en Delfland dezelfde baljuw.
Het baljuwschap werd in 1567 door de stad Rotterdam gekocht van de Staten van Holland. Sindsdien stelde de vroedschap van Rotterdam uit haar midden de baljuw aan. Met de komst van de Bataafse Republiek in 1795 kwam er een einde aan het baljuwschap.
Tot het baljuwschap behoorden de volgende ambachtsheerlijkheden:
- Hogenban (in 1605 verenigd met Overschie)
- Overschie
- Cool
- Schoonderloo
- Kralingen
- Capelle aan den IJssel
- Nieuwerkerk
- Moordrecht
- Zevenhuizen
- Moerkapelle met Wildevenen
- Hillegersberg met Rotteban en Bergschenhoek
- Schiebroek