Naar inhoud springen

FN Five-seveN

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
FN Five-seveN
FN Five-seveN
Type Pistool
Land van oorsprong Vlag van België België
Gebruiksgeschiedenis
In gebruik 2000 -
Gebruikt door zie artikel
Productiegeschiedenis
Ontwerper FN
Ontworpen 2000
Fabrikant FN
Eigenschappen
Kaliber 5,7×28mm
Vuursnelheid 520 - 650 m/s
Maximale bereik 1,510 m
Effectief bereik 50 m
Massa (niet geladen) 618 g
Massa (geladen) 714 g
Lengte 208 mm
Grootte magazijn 20 patronen

De Five-seveN (let op de notatie) is een pistool ontwikkeld door FN nadat de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NATO) wapenfabrikanten verzocht om een vervanger te ontwikkelen voor de 9×19mm Parabellum.

Reden hiervoor was dat het 9x19 Parabellum kaliber tekort schoot in ballistische eigenschappen, maximaal bereik en het vermogen om lichte kogelwerende vesten te penetreren[1] .

De Five-seveN kan, in combinatie met het speciale SS190 patroon (alleen verkrijgbaar voor militaire/politie doeleinden), vesten met 48 lagen kevlar-bescherming doordringen.[2][3]

Er zijn verschillende types; zoals het DAO-model (Double Action Only), waarbij een zware trekker functioneert als veiligheidsmechanisme.

Het Five-seveN pistool en de 5,7 × 28 mm-munitie waren oorspronkelijk door FN beperkt tot verkoop aan wethandshavingsdiensten en overheden maar in 2004 werd het nieuwe Five-seven IOM-model geïntroduceerd en aangeboden aan civiele schutters voor gebruik met 5,7 × 28 mm SS192-munitie.

FNH USA heeft de Five-seveN op de markt gebracht voor civiele schutters als een pistool dat geschikt is voor persoonlijke bescherming, sportschieten en soortgelijk gebruik. De marktintroductie van de Five-seveN voor civiele schutters werd sterk tegengewerkt door Amerikaanse anti-wapen-lobby zoals the Brady Campaign die het wapen omdoopten tot "Cop Killer" ontleend aan de reputatie van het wapen in combinatie met de kogelwerende vest doordringende vermogens van het wapen.

In het begin van 2005 was het pistool onderwerp van controverse in de Verenigde Staten nadat anti-wapen-lobby organisatie The Brady Campaign had verklaard dat in de handel verkrijgbare 5,7 x 28 mm SS192-munitie tijdens het testen een Level IIA Kevlar-vest doorboorde. De National Rifle Association (NRA) weerlegde de bewering van de Brady-campagne door te stellen dat de anti-wapen-lobby groep zich mogelijk niet heeft gehouden aan standaardtestprocedures en dat FN pantserdoordringende varianten van het 5,7 × 28 mm-patroon alleen aanbiedt aan militaire en wetshandhavingsklanten. Variëteiten die aan burgers worden aangeboden, worden door het Amerikaanse Bureau of Alcohol, Tobacco, Firearms and Explosives (ATF) geclassificeerd als niet-pantserdoordringend en er werd gesteld dat de SS192- en SS196-patroonvariaties niet in staat waren om verschillende soorten Kevlar-vesten te penetreren in uitgevoerde tests door FNH USA.

Michael D. Barnes, de toenmalige president van de Brady-campagne, reageerde op de uitspraken van de NRA over de Five-seveN door de Executive Vice President van de NRA, Wayne LaPierre, uit te dagen om met het pistool te worden beschoten terwijl hij een Kevlar-vest droeg. De NRA reageerde opnieuw op de verklaringen van de Brady Campaign en zei dat "Barnes de volledige en totale minachting van zijn groep voor wapenveiligheid duidelijk maakte in haar vlammende ijver om de rechten van gezagsgetrouwe wapenbezitters verder te beperken"

In november 2009 werden de Five-seveN opnieuw onderwerp van controverse in de Verenigde Staten, na de schietpartij op de militaire basis Fort Hood in Texas. Een psychiater van het Amerikaanse leger, majoor Nidal Malik Hasan, opende het vuur op medesoldaten met een Five-seveN-pistool, waarbij 13 mensen omkwamen en 29 gewond raakten bij de ergste schietpartij ooit op een Amerikaanse militaire basis.

[bewerken | brontekst bewerken]