contract
Apparence
Pandôo
[Sepe]contract \kənˈtrækt\
Âkpalêtôngbi
[Sepe]- agreement (1)
- law of contract, contract law (2)
Âpendâsombere
[Sepe]- contract for sale(1)
- discharge of contract (2)
- party to a contract (3)
- contractually binding (1)
- contractor (2)
Âmbupa-babâ
[Sepe]- civil law (2)
Pandôo
[Sepe]contract \kɔn.tɾɑkt\ linô wâwa
- kondaräa
- kortlopende contracten.
- contract van bepaalde duur.
- contract van onbepaalde duur.
- een contract afsluiten.
- bij contract vaststellen, contractueel vastleggen, contractueel bepalen.
- een contract doen aflopen.
- een contract opmaken.
- een contract opzeggen, een contract beëindigen, een contract ontbinden.
- wederzijds bindend contract.
- contract met genoemde gevaren.