Een
van de zeer langdurig
bloeiende planten in onze tuin is een winterharde tuinfuchsia met
prachtige, zeer delicate bloemen met een tere kleur: de Fuchsia
magellanica
var. Molinae.
Deze
hoge fuchsia, waarvan in een zachte winter de houtige delen niet of
nauwelijks afsterven, begon in mei al te bloeien en hij bloeit nu in
oktober nog.
Niet
iedereen houdt van fuchsia’s, men denkt aan de niet winterharde
soorten en men associeert deze bellenplanten met oudere dametjes.
Dat
is een misvatting. Er zijn genoeg heren met een grote
fuchsiaverzameling ;-)
Maar
voor
de tuinliefhebbers zijn de winterharde soorten interessant. Daartoe
behoren de magellanica variëteiten, die meestal rood zijn.
Mijn
plant
is een hele mooie variëteit
met witte kelkbladeren en heel lichtpaarse kroonbladeren en opvallend
lange meeldraden. Deze
wordt ook wel Fuchsia magellanica var. Alba genoemd.
De
soort is dus behoorlijk winterhard. Dat wil zeggen dat een niet te
jonge, goed bewortelde plant zelfs strengere winters kan overleven;
de bovengrondse delen sterven dan wel af. Wanneer je de afgestorven
delen in het voorjaar wegsnoeit, loopt de plant vanuit het
wortelgestel weer uit en zal, zij het later dan in mei, weer vrolijk
bloeien.
In
onze wat wildere tuin zou je wellicht geen fuchsia verwachten. Maar
toen ik een aantal jaren geleden bij een tuinvriendin deze aparte
soort tegenkwam, was ik onder
de indruk van de rijke, maar bescheiden, fijnzinnige bloei.
Zij had deze fuchsia een aantal jaren eerder als stekje meegenomen
uit Engeland en zij gaf mij een stekje mee.
En
dit is de plant geworden, die ik hier laat zien: inmiddels twee en
halve meter hoog.
De
Fuchsia magellanica soorten komen oorspronkelijk voor in Chili en
Patagonië (Argentinie) tot in Vuurland. Gebieden, waar het
behoorlijk koud kan zijn, vandaar de goede winterhardheid in onze
klimaatzone.
Ze
houden van een lichtzure, vochthoudende grond en lichte schaduw.
Volle zon en droge grond is niet geschikt.
Wanneer
je een licht beschaduwde plaats een lift-up wilt geven, is deze plant
een aanrader.
In
onze tuin zal begin volgend jaar een stukje tuin, waar nu veel dood
hout staat, vrijkomen waardoor ik een nieuw bosrandje kan inplanten.
Ik overweeg voor die plek weer stekken op te kweken.
De
fuchsia heet in de volkstaal “bellenplant” en in het Fries
“beltsjeblom”.
En
ik zeg altijd maar: in het leven met al zijn bekommernissen zijn het
vooral vrolijke belletjes, die we nodig hebben.
(Voor
een aantal van de lezers nog wel bekend: “Een stekkie van de fuchsia”.)