volgroeid

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)
  • Rhymes: -ui̯t

Adjective

[edit]

volgroeid (comparative volgroeider, superlative volgroeidst)

  1. full-grown, adult
    De plant is nu volgroeid en draagt vruchten.
    The plant is now full-grown and bearing fruits.
    Een volgroeide olifant kan enorm groot worden.
    A full-grown elephant can become very large.
    Na een paar jaar is de boom volgroeid en biedt schaduw.
    After a few years, the tree is full-grown and provides shade.

Declension

[edit]
Declension of volgroeid
uninflected volgroeid
inflected volgroeide
comparative volgroeider
positive comparative superlative
predicative/adverbial volgroeid volgroeider het volgroeidst
het volgroeidste
indefinite m./f. sing. volgroeide volgroeidere volgroeidste
n. sing. volgroeid volgroeider volgroeidste
plural volgroeide volgroeidere volgroeidste
definite volgroeide volgroeidere volgroeidste
partitive volgroeids volgroeiders

Synonyms

[edit]
[edit]

Anagrams

[edit]