maïsakker
Uiterlijk
- maïs·ak·ker, ma·is·ak·ker
- samenstelling van maïs zn en akker zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maïsakker | maïsakkers |
verkleinwoord | maïsakkertje | maïsakkertjes |
het maïsakker o
- (landbouw) grond bestemd voor de teelt van maïs
- maïsveld (een maïsveld is een maïsakker waar de maïsplanten zichtbaar zijn)
- Het woord maïsakker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "maïsakker" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Zie taaladvies Onze Taal
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Landbouw in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %