male
Uiterlijk
- ma·le
male
- datief onzijdig van maal, archaïsche vorm die in enkele staande uitdrukkingen voorkomt
vervoeging van |
---|
malen |
male
- aanvoegende wijs van malen
- Het woord male staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
enkelvoud | meervoud |
---|---|
male | males |
male
- (biologie) een mannelijk persoon of dier
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
male | maler/more male | malest/most male |
male
male
- schaak (spel)
male
- vrouwelijk enkelvoud van mal
- ma·le
- Afkomstig van het Oudnoorse woord mala.
Naar frequentie | 3343 |
---|
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | male |
tegenwoordige tijd | maler |
verleden tijd | malte |
voltooid deelwoord |
malt |
onvoltooid deelwoord |
malende |
lijdende vorm | males |
gebiedende wijs | mal |
vervoegingsklasse | Klasse 2 zwak |
opmerking |
male
- overgankelijk schilderen
- «Det finnes forskjellige materialer både å male på og male med.»
- Er zijn verschillende materialen om zowel op als mee te schilderen.
- «Det finnes forskjellige materialer både å male på og male med.»
- overgankelijk beschilderen, verven
- «Han har malt veggen hvit.»
- Hij heeft de muur wit geverfd.
- «Han har malt veggen hvit.»
- overgankelijk, (figuurlijk) schilderen
- «Han maler situasjonen temmelig svart.»
- Hij schildert de situatie helemaal zwart.
- «Han maler situasjonen temmelig svart.»
- ma·le
- Afkomstig van het Oudnoorse woord mala, dat van het Nederduitse werkwoord "malen" komt.
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | male mala |
tegenwoordige tijd | malte |
verleden tijd | malt |
voltooid deelwoord |
male |
onvoltooid deelwoord |
malande |
lijdende vorm | malast |
gebiedende wijs | mal |
vervoegingsklasse | Klasse 2 zwak |
opmerking |
male
male
- verouderde spelling of vorm van måla tot 2012
male
- verouderde spelling of vorm van måle tot 2012
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Datief in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 4
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Biologie in het Engels
- Bijvoeglijk naamwoord in het Engels
- Woorden in het Estisch
- Zelfstandig naamwoord in het Estisch
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 4
- Bijvoeglijknaamwoordsvorm in het Frans
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 4
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Zwak werkwoord klasse 2 in het Noors
- Werkwoord in het Noors
- Overgankelijk werkwoord in het Noors
- Figuurlijk in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 4
- Woorden in het Nynorsk met audioweergave
- Woorden in het Nynorsk met IPA-weergave
- Zwak werkwoord klasse 2 in het Nynorsk
- Werkwoord in het Nynorsk
- Overgankelijk werkwoord in het Nynorsk
- Oude spelling van het Nynorsk van voor 2012
- Verouderd in het Nynorsk