Naar inhoud springen

maraboe

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: maraboet


Leptoptilos dubius
  • ma·ra·boe
  • van Frans marabout, in de betekenis van ‘reigerachtige’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1] [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord maraboe maraboes
verkleinwoord maraboetje maraboetjes

de maraboem

  1. (ooievaarachtigen) benaming voor vogels uit het geslacht Leptoptilos op Wikispecies uit de familie van de ooievaars Ciconiidae op Wikispecies, voorkomend in in Azië en Afrika
  2. kluizenaar in Noordwest-Afrika
66 % van de Nederlanders;
72 % van de Vlamingen.[4]