medevluchter
Uiterlijk
- Geluid: medevluchter (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmedəˌvlʏxtər / (4 lettergrepen)
- me·de·vluch·ter
- samenstelling van mede bw en vluchter zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | medevluchter | medevluchters |
verkleinwoord |
de medevluchter m
- persoon die samen met iemand ander uit een gevangenis vlucht
- ▸ Malraux vertelt hoe hij, na zijn ontsnapping uit een krijgsgevangenkamp, zijn medevluchter, de latere aalmoezenier van de verzetsgroeperingen uit Vercors, terugvindt in een verlaten dorp.[1]
- (sport) wielrenner die samen met iemand anders de grote groep tijdens een wielerwedstrijd verlaat door weg te sprinten
- ▸ Dat was Alaphilippe, die zijn medevluchter op de pittige Ostra van zich af leek te schudden. Maestri kon Alaphilippe maar moeilijk bijbenen op de korte klim. Met nog twintig kilometer te gaan, met de lastigste klim nog op het programma, was de voorsprong onder de minuut gedoken.[2]
- ▸ Koen Bouwman heeft de derde rit in de Internationale Wielerweek Coppi en Bartali gewonnen. De Nederlander klopte zijn medevluchter Louka Matthys in een sprint-à-deux.[3]
- Het woord medevluchter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Malraux, een taai humanist in: Dietsche Warande en Belfort., jrg. 113 nr. 3 (maart 1968), p. 222
- ↑ Weblink bron “Alaphilippe wint twaalfde Giro-etappe, Fransman voltooit trilogie” (16 mei 2024), NOS
- ↑ Weblink bron “Bouwman grijpt zijn kans met etappewinst en leiderstrui in Coppi en Bartali” (21 maart 2024), NOS
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal