Naar inhoud springen

melancholisch

Uit WikiWoordenboek
  • me·lan·cho·lisch
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen melancholisch melancholischer
verbogen melancholische melancholischere
partitief melancholisch melancholischers -

melancholisch

  1. een sombere kijk op de zaken hebbend
    • Met dit trieste weer worden mensen steeds melancholischer. 
     Maar hij was niet uitgenodigd om melancholisch te worden over het feit dat hij zich liet corrumperen met ossenhaas en Franse wijn, goede wijn overigens, een uitstekende versterking van het nieuwe grote rijk.[2]
96 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]
  1. melancholisch op website: Etymologiebank.nl
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044628142
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be