Naar inhoud springen

oprijlaan

Uit WikiWoordenboek
Toegangshek en oprijlaan en bij Dekemastate.
  • op·rij·laan
enkelvoud meervoud
naamwoord oprijlaan oprijlanen
verkleinwoord oprijlaantje oprijlaantjes

de oprijlaanv / m

  1. weg tussen een huis en de openbare weg
     Ik blies mijn rook uit in de richting van het stofwolkje dat de taxi als herinnering had achtergelaten in de verte aan het einde van de oprijlaan, waar het bos begon.[2]
    • Ik loop over de oprijlaan naar het kasteel. 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]