bakwagen
Uiterlijk
- bak·wa·gen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bakwagen | bakwagens |
verkleinwoord | bakwagentje | bakwagentjes |
de bakwagen m
- vrachtwagen waarbij de bak vast zit aan de cabine
- Een bakwagen is een vrachtwagen waarbij de bak vast zit aan de cabine, anders dan de oplegger, die een draaipunt kent tussen beide. In het dagelijks leven rijdt Wielens voor zijn werkgever GO&T Wibbelink in Goor in een truck met oplegger. Om met zo’n wagen mee te doen op het kampioenschap, ziet hij niet zo zitten. „In die categorie doen al genoeg jongens mee.” [2]
- Een auto is vrijdag aan het eind van de middag in Ambt Delden achterop een bakwagen geknald. Het ongeluk gebeurde op de N346. [3]
- kruiwagen
- Het woord bakwagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bakwagen" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 15-09-09 Harry Wielens weer de behendigste met bakwagen
- ↑ Tubantia Ron Hemmink 29-09-17 Auto ramt bakwagen in Ambt Delden: file richting Goor
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be