papegaaiachtigen
Uiterlijk
- (IPA in voorbereiding)
- pa·pe·gaai·ach·ti·gen
- papegaaiachtige zn met de uitgang -n
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | papegaaiachtigen | |
verkleinwoord |
de papegaaiachtigen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord papegaaiachtige
- meervoudsvorm als officiële benaming (vogels) een orde Psittaciformes met tropische, veelal bontgekleurde vogels
- [2] vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
- [2] zie de categorie: Papegaaiachtigen in het Nederlands
- [2] kaketoes, papegaaien van Afrika en de Nieuwe Wereld, papegaaien van de Oude Wereld
De orde bestaat uit vier families: kaketoes (Cacatuidae ), Nieuw-Zeelandse papegaaien (Strigopidae ), papegaaien van de Oude Wereld (Psittaculidae) en papegaaien van Afrika en de Nieuwe Wereld (Psittacidae). De laatste twee families worden soms samengevoegd in één superfamilie, de "echte papegaaien" (Psittacoidea)
- Het woord 'papegaaiachtigen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 16
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Meervoudsvorm binnen nomenclatuur in het Nederlands
- Vogels in het Nederlands
- Papegaaiachtigen in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal