Naar inhoud springen

rusttijd

Uit WikiWoordenboek
rusttijd voor de paarden
  • rust·tijd
enkelvoud meervoud
naamwoord rusttijd rusttijden
verkleinwoord

de rusttijdm

  1. de tijd dat men kan rusten en ook bedoeld is om te rusten
    • Ook vakbonden CNV en FNV laten tegenover het persbureau weten verrast te zijn met de onaangekondigde actie. De werkonderbrekingen komen op het moment dat de directie van HTM overlegt met de bonden over arbeidsvoorwaarden zoals de rij- en rusttijden van chauffeurs. “Een aantal medewerkers van HTM besloot de uitkomst van dit overleg niet af te wachten”, aldus het bedrijf. [2] 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Joost Pijpker 1 december 2016
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be