Naar inhoud springen

Karakters

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Karakters (Oudgrieks: Χαρακτῆρες of Ἠθικοὶ Χαρακτῆρες, Ethikoi Charaktēres) is een werk uit 319 v.Chr.[1] waarin Theofrastos dertig negatieve karaktertypes schetst. Ze worden kort omschreven en dan verder uitgewerkt door middel van voorbeelden.[2]

De titel Karakters (χαρακτῆρες) komt van het Griekse woord χαράσσειν wat punten of scherpen betekent.[3] In de tijd van Theofrastos betekende χαρακτήρ in de eerste plaats een graveur, maar ook een stempel (op een munt).[4][3] Er was nog geen directe link met een karakter zoals wij het nu kennen, het woord werd namelijk niet toegepast op de menselijke gedragingen. Omwille van deze 'vreemde' titel nemen sommigen aan dat de eigenlijke titel ἠθικοὶ χαρακτῆρες was, Ethische karakters, zoals het werk is overgeleverd door Diogenes Laërtios.[5] Het woord χαρακτήρ wordt hierbij namelijk gespecifieerd, waardoor het duidelijk wordt over wat voor 'stempel' hij het heeft. Er is echter geen uitsluitsel te geven over welke titel Theofrastos nu zelf gaf aan zijn werk.[5]

Wat het doel was van het werk van Theofrastos is niet volledig duidelijk. Er is een voorwoord bewaard gebleven waarin wordt aangegeven dat het om een moraliserend werk gaat.[6][7] De auteur – ogenschijnlijk Theofrastos zelf maar naar algemeen wordt aangenomen enkele Byzantijnse geleerden acht eeuwen na hem[7] – richt zich tot een zekere Polykles, aan wie hij verklaart waarom hij zijn werk schrijft: “[…] [ik schrijf dit op]dat de jongeren na ons het beter zullen doen […]: met zulke voorbeelden zullen zij de voorkeur geven aan het gezelschap van fatsoenlijke mensen […].”[8][2]

Wanneer dit onechte voorwoord buiten beschouwing wordt gelaten, zouden we het werk kunnen linken aan de komedie van Aristofanes.[9] Net als in de komedie worden bepaalde types mensen heel levendig geportretteerd en lijken het korte, komische sketches.[10] Ook valt te wijzen op de stereotypes die Theofrastos' eigen leerling Menandros neerzet, bijvoorbeeld in zijn komedie Dyskolos.

Verder beweerden Byzantijnse geleerden dat de Karakters geschreven werden om te dienen als oefeningen in karaktertekening in retorische scholen. Daar werd er namelijk vaak gebruikgemaakt van eenzelfde soort sketches om te oefenen in ἦθος (karaktertekening). Wanneer men redevoeringen schreef, gebeurde het wel vaker dat men mensen beschreef zoals ze door Theofrastos werden gekarakteriseerd, om de tegenstander op die manier in een slecht daglicht te stellen. Of Theofrastos zelf het doel had zo'n oefeningen te maken, is niet zeker, maar dat hij ze beïnvloed heeft wel.[11]

Karakterisering van de typetjes in de Karakters gebeurt voornamelijk via wat men in de narratologie 'indirecte karakterisering' noemt. Een typische karakterschets begint met de zin "X is de soort persoon die...", vervolgd door beschrijvingen van handelingen en situaties uit het dagelijkse leven. Op die manier leren we de ethische karakters niet kennen door filosofische beschrijvingen, maar door het dagelijkse leven. Die beschrijving van scènes uit het dagelijkse leven is waarschijnlijk een concrete verderzetting van het ethisch-theoretische project dat Aristoteles in zijn Ethica Nicomachea aanvangt.[12] Aristoteles heeft de theoretische principes van goede en slechte karakters uiteengezet, en Theofrastos past die principes toe op dagelijkse situaties.

Invloed op Theofrastos

[bewerken | brontekst bewerken]

Theofrastos' Karakters is van opzet helemaal nieuw,[13] maar er zijn wel invloeden van vroegere schrijvers te vinden. Zo werd hij beïnvloed door zijn leermeester Aristoteles, wiens Ethika allerlei types van mensen beschreef en een analyse maakte van deugden en van aspecten van menselijke verhoudingen.[14][15] Maar in tegenstelling tot Theofrastos zorgt Aristoteles voor een abstracte analyse van 13 paren, die elk bestaan uit een goede en een slechte eigenschap (in totaal dus 26 karaktereigenschappen). Theofrastos heeft negen slechte eigenschappen uit het boek van zijn meester verder uitgewerkt.[16] In plaats van theoretisch uit te leggen wat voor iemand elk karakter is, beschrijft hij een concrete situatie waarin we de onhebbelijkheid in actie zien.

De Karakters van Theofrastos heeft velen na hem beïnvloed. Zo hebben zijn karaktersketches invloed gehad op de komedie. Er zijn zelfs vijf karakters van Theofrastos die hun naam geven aan een komedie: De boerenpummel (Ἄγροικος), de achterdochtige (Ἄπιστος), de kwezelaar (Δεισιδαίμων), de vleier (Κόλαξ) en de kankerpit (Μεμψίμοιρος).[17] Maar zijn invloed beperkt zich niet tot de oudheid alleen. Zeker vanaf de 17e eeuw vonden de Karakters heel wat navolging. In Engeland beïnvloedde hij Chaucer, in zijn Canterbury Tales.[18] Nadien haalden Joseph Hall (1608), Thomas Overbury (1614), John Stephens (1615) en John Earle (1628) inspiratie uit zijn werk.[19][20] In de Zuidelijke Nederlanden had hij een invloed op Richard Verstegen (Scherpsinnighe characteren, 1619, 1622). In de Noordelijke Nederlanden op Constantijn Huygens (Zedeprinten, 1624). Hij schreef enkele gedichten, die hijzelf Zedeprinten noemde. Hij verwijst in zijn werk uitdrukkelijk naar Theofrastos, maar er zijn maar weinig overeenkomsten te vinden.[19] In Frankrijk is vooral La Bruyère (Les Caractères ou les Mœurs de ce siècle, 1688) door hem geïnspireerd. Hij start zijn werk met een vertaling van het werk van Theofrastos, waarmee hij wilde aangeven dat hij een werk schrijft, parallel aan dat van Theofrastos. Na de vertaling van Theofrastos' Karakters schetst hij karakters uit zijn eigen tijd.[21] Ook in de naoorlogse literatuur blijven de Karakters inspireren. Van Elias Canetti verscheen in 1974 Der Ohrenzeuge, Fünfzig Charaktere ('De oorgetuige').

Deze lijst van karakters is gebaseerd op de teksteditie van James Diggle (en) en op de Nederlandse vertaling van Hein van Dolen.

Nr. Griekse titel Nederlandse vertaling
1. Εἴρων De huichelaar
2. Κόλαξ De hielenlikker
3. Ἀδολέσχης De zwamneus
4. Ἄγροικος De boerenpummel
5. Ἄρεσκος De uitslover
6. Ἀπονενοημένος De randfiguur
7. Λάλος De betweter
8. Λογοποιός De fantast
9. Ἀναίσχυντος De profiteur
10. Μικρολόγος Een echte krent
11. Βδελυρός De vlerk
12. Ἄκαιρος De bokkeschieter
13. Περίεργος De bedilal
14. Ἀναίσθητος De sufkop
15. Αὐθάδης De nurks
16. Δεισιδαίμων De kwezelaar
17. Μεμψίμοιρος De kankerpit
18. Ἄπιστος De achterdochtige
19. Δυσχερής De asociaal
20. Ἀηδής De ongelikte beer
21. Μικροφιλότιμος Het burgermannetje
22. Ἀνελεύθερος De gierigaard
23. Ἀλαζών De blaaskaak
24. Ὑπερήφανος De pedante kwast
25. Δειλός De bangerik
26. Ὀλιγαρχικός De regent
27. Ὀψιμαθής De oude gek
28. Κακολόγος De lastertong
29. Φιλοπόνηρος De diefjesmaat
30. Αἰσχροκερδής De geldwolf

Nederlandse vertalingen

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Barker, A., Fortenbaugh, W.W. & Huby, P.M. (1992). Theophrastus of Eresus. Sources for his Life, Writings, Thought and Influence. Leiden: Brill.
  • Diggle, J. (2004). Theophrastus: Characters. Cambridge classical texts and commentaries 43. Cambridge: Cambridge University Press.
  • Fox, R. J. L. (1996). Theophrastus’ Characters and the Historian. PCPhS, 42, 127-170.
  • Indemans, J. H. H. A. (1953). Studiën over Theophrastus: vooral met betrekking tot zijn "bios theoretikos" en zijn Zedeprenten. Nijmegen: Janssen.
  • Kapsalis, G. D. (1982). Die Typik der Situationen in den Charakteren Theophrasts und ihre Rezeption in der neugriechischen Literatur. Bochum: Brockmeyer.
  • La Bruyère, J. de (2018). Les caractères ou les moeurs de ce siècle précédés des caractères de Théophraste. Parijs: Classiques Garnier.
  • Pertsinidis, S. (2018). Theophrastus' Characters. A New Introduction. Abingdon, Oxon: Routledge.
  • Smeed, J. W. (1985). The Theophrastan “Character”: The History of a Literary Genre. Oxford: Clarendon.
  • Stein, M. (1992). Definition und Schilderung in Theophrasts Charakteren. Stuttgart: Teubner.
  • Ussher, R. (ed.) (1993). The Characters of Theophrastus. Eastbourne: Bristol Classical Press.
  1. Theophrastos, Karakterschetsen, vert. Hein L. van Dolen, 1991
  2. a b (en) Diggle, James (2004). Theophrastus. Characters. University Press.
  3. a b Van Dolen, Hein (1991). Karakterschetsen. Athenaeum - Polak & Van Gennep, p. 15.
  4. (en) Online Liddle-Scott-Jones. Thesaurus Linguae Graecae. Geraadpleegd op 14-04-2023.
  5. a b (en) Diggle, James (2004). Theophrastus. Characters.. University Press, p. 4.
  6. (en) Diggle, James (2004). Theophrastus. Characters. University Press, 12-14, 62-63.
  7. a b Van Dolen, Hein (1991). Karakterschetsen. Athenaeum - Polak & Van Gennep, p. 17.
  8. Van Dolen, Hein (1991). Karakterschetsen. Athenaeum - Polak & Van Gennep, p. 23.
  9. (en) Ussher, R.G (1993). The Characters of Theophrastus. Bristol Classical Press, p. 4-6.
  10. (en) Smeed, J.W. (1985). The Theophrastan Character. The history of a literary genre.. Clarendon Press, p. 3.
  11. (en) Ussher, R.G. (1993). The Characters of Theophrastus. Bristol Classical Press, p. 9-11.
  12. (en) S. Pertsinidis (2018). Theophrastus' Characters: A New Introdcution. Routledge, pp. 95.
  13. (en) Diggle, James (2004). Theophrastus. Characters.. University Press, p. 5.
  14. (en) Diggle, James (2004). Theophrastus. Characters.. University Press, p. 6.
  15. Van Dolen, Hein (1991). Karakterschetsen. Athenaeum - Pollak & Van Gennep, p. 16.
  16. (en) Diggle, James (2004). Theophrastus. Characters.. University Press, p. 6-7.
  17. (en) Diggle, James (2004). Theophrastus Characters. University Press, p. 8.
  18. (en) Ussher, R.G. (1993). The Characters of Theophrastus. Bristol Classical Press, p. 30.
  19. a b Van Dolen, Hein (1991). Karakterschetsen. Athenaeum - Polak & Van Gennep, p. 19.
  20. (en) Smeed, J.W. (1985). The Theophrastan Character. Clarendon Press, p. 19-35.
  21. (en) Smeed, J.W. (1985). The Theophrastan Character. Clarendon Press, p. 49-50.