Naar inhoud springen

Klasse van berkenbroekbossen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Klasse van berkenbroekbossen
Berkenbroekbos met zachte berk en Vaccinium-soorten
Berkenbroekbos met zachte berk en Vaccinium-soorten
Syntaxonomische indeling
Klasse
Vaccinio-Betuletea pubescentis
Stort., Hommel & De Waal 1998
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons

De klasse van berkenbroekbossen (Vaccinio-Betuletea pubescentis) is een klasse van syntaxa die ombrotrafente, open, lage bosgemeenschappen omvat die voorkomen op natte, venige standplaatsen waar uitsluitend zuur en oligotroof beschikbaar is.

Naamgeving en codering

[bewerken | brontekst bewerken]

De wetenschappelijke naam Vaccinio-Betuletea pubescentis is afgeleid van de botanische namen van enkele belangrijke plantentaxa binnen deze klasse, de bosbessen (Vaccinium sp.) en de dominante kensoort, de zachte berk (Betula pubescens).

Deze klasse wordt in de Lage Landen gekenmerkt door een zeer open en laagblijvende bosvegetatie met een vrij karige boom- en de struiklaag. Vooral de zachte berk is in deze klasse een steeds terugkomende soort, soms zelfs de enige boom die zich in dergelijk milieu kan handhaven.

In de kruidlaag zijn ofwel dwergstruiken met vooral soorten uit de heidefamilie dominant, ofwel grassen als het pijpenstrootje en andere grasachtige planten.

In de moslaag spelen veenmossoorten een zeer belangrijke rol.

De klasse van berkenbroekbossen omvat plantengemeenschappen van natte, venige standplaatsen waar uitsluitend zuur en oligotroof water beschikbaar is, vooral afkomstig van neerslag.

Berkenbroekbossen ontstaan spontaan aan de randen van hoogveenvegetatie en vormen de overgang naar drogere bosvegetatie. In het hoogveen vormen ze een indicator voor verdroging en verruiging van het veen.

In laagveengebieden vindt men berkenbroekbossen op de oevers en op kraggen van diepe laagveenplassen. Ze vormen daar het eindstadium van de natuurlijke successie.

Onderliggende syntaxa in Nederland en Vlaanderen

[bewerken | brontekst bewerken]

De klasse van berkenbroekbossen wordt in Nederland en Vlaanderen vertegenwoordigd door maar één orde met één verbond. In totaal kent de klasse in Nederland Vlaanderen twee associaties, één derivaatgemeenschap en één rompgemeenschap.

  • derivaatgemeenschap met zwarte appelbes (DG Aronia ×prunifolia-[Betulion pubescentis])
  • rompgemeenschap met wilde gagel (RG Myrica gale-[Betulion pubescentis])
  • rompgemeenschap met pijpenstrootje (RG Molinia caerulea-[Betulion pubescentis])
  • rompgemeenschap met geplooide stokbraam (RG Rubus plicatus-[Betulion pubescentis/Quercion roboris])

Diagnostische taxa voor Nederland en Vlaanderen

[bewerken | brontekst bewerken]
Zachte berk
Sporkehout
Gewone dophei
Gerafeld veenmos

In de onderstaande synoptische tabel staan de belangrijkste kensoorten en begeleidende soorten voor de klasse van berkenbroekbossen in Nederland en Vlaanderen.

Boomlaag
Kentaxon Presentie Triviale naam Botanische naam
kK 100% zachte berk Betula pubescens
> 40% zomereik Quercus robur
0% > 40% grove den Pinus sylvestris
Struiklaag
Kentaxon Presentie Triviale naam Botanische naam
> 50% sporkehout Frangula alnus
> 30% wilde lijsterbes Sorbus aucuparia
Kruidlaag
Kentaxon Presentie Triviale naam Botanische naam
0% > 80% gewone dophei Erica tetralix
0% > 30% blauwe bosbes Vaccinium myrtillus
40% > 90% pijpenstrootje Molinia caerulea
Moslaag
Kentaxon Presentie Triviale naam Botanische naam
kK < 10% gerafeld veenmos Sphagnum girgensohnii

Vegetatie van de klasse van berkenbroekbossen vormt een belangrijk habitat voor vogels als houtsnip en matkop. Doorgaans zijn berkenbroekbossen rijk aan muggen.

Zie de categorie Vaccinio-Betuletea pubescentis van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.