Naar inhoud springen

Ith

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Ith
Hoogste punt Lauensteiner Kopf (439 m)
Lengte 22 km
Locatie Duitsland
Coördinaten 52° 3′ NB, 9° 34′ OL
Onderdeel van Leinebergland
Ith (Duitsland)
Ith
Detailkaart
Kaart van Ith
Overzichtskaart: Ith en Hils in het midden
Foto's
Gezicht op de beboste kam van de Ith. op de voorgrond is het lichte kalksteen zichtbaar
Gezicht op de beboste kam van de Ith. op de voorgrond is het lichte kalksteen zichtbaar
Portaal  Portaalicoon   Aardwetenschappen

De Ith is een lage bergrug in de Duitse deelstaat Nedersaksen. Het ligt ca 40 km ten zuidwesten van Hannover en is met ca 22 km de langste klif in Noord-Duitsland. Het hoogste punt is de Lauensteiner Kopf, met daarop de Ith-toren op 439 m.

De Ith wordt door de meeste geografen tot het Leinebergland gerekend, door een minderheid tot het Wezerbergland.

Nabij de Ith gelegen plaatsen zijn o.a. Coppenbrügge aan de noordwestkant, Salzhemmendorf en Duingen aan de oostkant, Eschershausen aan de zuidkant en Bodenwerder aan de zuidwestkant.

De bergrug is ontstaan tijdens de Jura, 200-150 miljoen jaar geleden, wat uit de verschillende soorten kalksteen naar voren komt. Van de Ith zijn verschillende grotten bekend, sommige met archeologische waarden.[1] De bergrug zelf loopt van noordwest naar zuidoost. In zijn verlengde ligt een soortgelijke, maar meer beboste en minder steile bergrug met de naam Hils. De Hils werd bekend vanwege mijnbouwactiviteiten, o.a. Bruinkool, asfalt, kalksteen, krijt voor schoolbordkrijt. In de ondergrondse mijngangen legden de nazi's tijdens de Tweede Wereldoorlog voor hun wapenindustrie enkele ondergrondse dwangarbeiderskampen aan (zie: Holzen (bij Eschershausen)). Hiervan is na de oorlog vrijwel niets overgebleven.

Sport en toerisme

[bewerken | brontekst bewerken]
De Ith-toren

De Ith is een toeristische trekpleister voor wandelen, mountainbiken, rotsklimmen en zweefvliegen. Over de kam van de Ith loopt de Europese wandelroute E11. De E11 loopt van Den Haag naar Tallinn in Estland.

Van de talrijke en markante rotsformaties en klippen is een deel vrijgegeven voor bergbeklimmen. Met de tot 30m hoge Lüerdissener Klippen en andere rotsen geldt de Ith als het belangrijkste klimgebied van Nedersaksen. Zie voor de sedert 2015 geldende beperkingen op dit gebied onder Coppenbrügge. De meeste rotsen hebben namen zoals „Adam en Eva“, de „Kameel“ en de „Duivelskeuken“.

Bij Holzen bij Eschershausen ligt op de grens van de bergruggen Ith en Hils de in de lente en zomer toegankelijke Rothesteinhöhle uitzicht vanaf het zuidwesten op de kam van de Ith. Blick von Südwesten auf den Höhenzug des Ith; Vanaf Oelkassen in de richting Dielmissen (links), Lüerdissen (midden) en Scharfoldendorf bij Eschershausen (rechts); op de achtergrond delen van de bergrug Hils

Literatuur (alle Duitstalig)

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Richard Goedeke: Weser-Leine-Bergland. Verlag J. Berg, München. 1991. ISBN 3-7634-1049-X (over de Ith: blzz. 76–217)
  • Hans-Jürgen Klink: Naturräumliche Gliederung des Ith-Hils-Berglandes. Bundesforschungsanstalt für Landeskunde und Raumforschung. 1966. ISBN B0000BS19H
  • Michael Geschwinde: Höhlen im Ith. Urgeschichtliche Opferstätten im südniedersächsischen Bergland. o.O. 1988. ISBN 3-7848-1233-3
  • Friedmut Lehmeier: Regionale Geomorphologie des nördlichen Ith-Hils-Berglandes auf der Basis einer grossmaßstäbigen geomorphologischen Kartierung. Goltze Druck, Göttingen. 1981. ISBN 3-8845-2078-4
  • Ludger Feldmann, Hans Joachim Franzke, Rainer Müller: Die geologische Entwicklung der Tiefebene und der Mittelgebirge in Niedersachsen. (pdf) In: Veröffentlichungen der Akademie für Geowissenschaften zu Hannover. 20/2002. blzz. 8–19