Vlag van Libanon
De vlag van Libanon bestaat uit drie horizontale banden, waarvan de middelste breder is dan elk van de andere twee; deze middelste band is wit en toont een groene Libanonceder; de andere twee banden zijn rood.
De huidige Libanese vlag werd aangenomen vlak voor de onafhankelijkheid van Frankrijk in 1943. Op zoek naar onafhankelijkheid werd de huidige vlag voor het eerst getekend door parlementslid Henri Pharaon in het huis van de Kamer van Afgevaardigden Saeb Salam in Mousaitbeh door de afgevaardigden van het Libanese parlement. De vlag werd aangenomen op 7 december 1943, tijdens een vergadering in het parlement waar artikel 5 van de Libanese grondwet werd gewijzigd.
De ceder staat voor geluk en voorspoed voor het land. Daarnaast staan de kleuren rood en wit officieel voor het bloed dat werd vergoten in de strijd om de onafhankelijkheid en voor de puurheid. Het is echter waarschijnlijker dat de rode kleur is afgeleid van de kleur van de uniformen van het Libanese legioen tijdens de Tweede Wereldoorlog.
De vlag is ontworpen met het oog op de neutraliteit, zodat deze niet verbonden kon worden met een van Libanons religieuze groeperingen. De ceder voldoet aan deze eis, want al in de oudheid was de ceder symbool voor dit gebied. In 1861, toen Libanon tot het Ottomaanse Rijk behoorde, verscheen de boom voor het eerst op een Libanese vlag. Toen na het uiteenvallen van dit rijk Frankrijk het gebied als mandaatgebied verkreeg, werd de ceder vaak op de witte baan van de Tricolore gezet.
De rood-wit-rode banden en de ceder staan ook op het wapenschild van Libanon.