fluor

Periodiek systeem der elementen (symbolen)
H He Li Be B C N O F Ne Na Mg Al Si P S Cl Ar K Ca Sc Ti V Cr Mn Fe Co Ni Cu Zn Ga Ge As Se Br Kr Rb Sr Y Zr Nb Mo Tc Ru Rh Pd Ag Cd In Sn Sb Te I Xe Cs Ba * Hf Ta W Re Os Ir Pt Au Hg Tl Pb Bi Po At Rn Fr Ra ** Rf Db Sg Bh Hs Mt Ds Rg Cn Nh Fl Mc Lv Ts Og ↓ * La Ce Pr Nd Pm Sm Eu Gd Tb Dy Ho Er Tm Yb Lu ** Ac Th Pa U Np Pu Am Cm Bk Cf Es Fm Md No Lr

Nederlands

Fluor
9F

Uitspraak

• Geluid:  fluor    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• flu·or

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Latijnse fluere (stromen).

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	fluor	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

fluor o

1. (scheikunde), (element) een chemisch element en een geelgroen halogeen.

   • Is fluor ook fluoreserend? 

Vertalingen

    1. een chemisch element en een geelgroen halogeen   

Afrikaans: fluoor (af) Albanees: fluor (sq) Arabisch: فلور (ar) m Armeens: ֆտոր (hy) Asturisch: flúor (ast) Azeri: flüor (az) Baskisch: fluoroa (eu) Bengaals: ফ্লুরিন (bn) Bosnisch: fluor (bs) Bretons: fluor (br) m Bulgaars: флуор (bg) m Catalaans: fluor (ca) Chinees: 氟 (zh) Tsjoevasjisch: фтор Cornisch: fluryn (kw) Corsicaans: fluoru (co) Deens: fluor (da) Duits: Fluor (de) o Engels: fluorine (en) Esperanto: fluoro (eo) Estisch: fluor (et) Faeröers: flúr (fo) Fins: fluori (fi) Frans: fluor (fr) m Fries: fluor (fy) Friulisch: fluôr Galicisch: flúor (gl) Georgisch: ფთორი (ka) Grieks: φθόριο (el) o Hawaïaans: fluorine Hebreeuws: פלואור (he) Hindi: फ्लोरिन (hi) Hongaars: fluor (hu) Ido: fluoro (io) Iers: fluairín (ga) Indonesisch: fluor (id) Interlingua: fluor (ia) Italiaans: fluoro (it) m Japans: フッ素 (ja) Kannada: ಫ್ಲೂರೀನ್ (kn) Kasjoebisch: fluòr (csb) Kazachs: фтор (kk) Koerdisch: fluor (ku) Koreaans: 플루오린 (ko), 불소 (ko) Kroatisch: fluor (hr) Latijn: fluor (la)

Lets: fluors (lv) Litouws: fluoras (lt) Lojban: li'orkliru (jbo) Luxemburgs: Fluor (lb) Macedonisch: флуор (mk) Malayalam: ഫ്ലൂറിന്‍ (ml) Ambonees Maleis: fluorin (ms) Maltees: fluoru (mt) Manx: fluoreen (gv) Maori: hau kōwhai (mi) Marathi: फ्लोरिन (mr) Minnan: fluorine (zh-min-nan) Mongools: фтор (mn) Navajo: fluore Nedersaksisch: fluor (nds) Noors: fluor (no) Nynorsk: fluor (nn) Occitaans: fluor (oc) Oekraïens: фтор (uk) m Oezbeeks: фтор (uz) Perzisch: فلوئور (fa) Pools: fluor (pl) m Portugees: flúor (pt) m Punjabi: ਫਲੋਰੀਨ (pa) Quechua: flur (qu) Roemeens: fluor (ro) o Russisch: фтор (ru) m Schots-Gaelisch: fluairin (gd) Servisch: Cyrillisch: флуор (sr) Westers: fluor (sr) Siciliaans: fluoru (scn) Sloveens: fluor (sl) Slowaaks: fluór (sk) m Spaans: flúor (es) m Swahili: florini (sw) Tadzjieks: фтор (tg) Tamil: ஃவுளூரின் (ta), வினைவியம் (ta) Thai: ฟลูออรีน (th) Tsjechisch: fluor (cs) m Turks: flor (tr) Vietnamees: flo (vi) Welsh: fflworin (cy) Wit-Russisch: фтор (be) m Zweeds: fluor (sv) o

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Pools

Zelfstandig naamwoord

fluor m

1. fluor