fabricage
Uiterlijk
- fa·bri·ca·ge
- In de betekenis van ‘het vervaardigen’ voor het eerst aangetroffen in 1807 [1]
- pseudo-Frans
- Naamwoord van handeling van fabriceren met het achtervoegsel -age [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fabricage | fabricages |
verkleinwoord | - | - |
1.
- Het woord fabricage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fabricage" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "fabricage" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ fabricage op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -age in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Techniek in het Nederlands
- Industrie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 96 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %