gereedzetten
Uiterlijk
- ge·reed·zet·ten
- samenstelling van gereed en zetten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
gereedzetten |
zette gereed |
gereedgezet |
zwak -t | volledig |
gereedzetten [1]
- iets ergens gereed voor gebruik neerzetten
vervoeging van |
---|
gereedzetten |
gereedzetten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van gereedzetten
- ...dat wij gereedzetten.
- ...dat jullie gereedzetten.
- ...dat zij gereedzetten.
- ...dat wij gereedzetten.
- Het woord gereedzetten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal