inbussleutel
Uiterlijk
- Geluid: inbussleutel (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɪmbʏˌsløtəl/
- in·bus·sleu·tel
- samenstelling van inbus zn en sleutel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inbussleutel | inbussleutels |
verkleinwoord | inbussleuteltje | inbussleuteltjes |
de inbussleutel m
- (gereedschap) een stuk gereedschap om inbusschroeven vast te zetten of los te draaien
1. een stuk gereedschap om inbusschroeven vast te zetten of los te draaien
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord inbussleutel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.