inwijden
Uiterlijk
- in·wij·den
- samenstelling van in bw en wijden ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
inwijden |
wijdde in |
ingewijd |
zwak -d | volledig |
inwijden
- overgankelijk, (religie) ritueel voor een bepaalde geheiligde functie geschikt maken
- De bisschop kwam om de nieuwe kerk in te wijden.
- overgankelijk iemand toegang verschaffen tot kennis die niet iedereen heeft
- Hij werd ingewijd in de rituelen van de sekte.
1. ritueel voor een bepaalde geheiligde functie geschikt maken
2. toegang verschaffen tot een zekere (esoterische…) kennis
- Het woord inwijden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inwijden" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Religie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %