kinderkoets

Nederlands

[2] kinderkoets

Uitspraak

• Geluid:  kinderkoets    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• kin·der·koets

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  kind zn  en  koets zn  met het invoegsel -er- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kinderkoets	kinderkoetsen
verkleinwoord	kinderkoetsje	kinderkoetsjes

Zelfstandig naamwoord

de kinderkoets v / m

1. kinderwagen

   ▸ Mannen verkleed als -een niet altijd even aantrekkelijke- vrouw. Als accessoire hebben ze een kinderkoets. Op dinsdag is de Voil Jeanet duidelijk weer heer en meester van Aalst Carnaval.

2. (speelgoed) (speelgoed)koets voor kinderen

Synoniemen

• [1] kinderwagen

Verwante begrippen

• [1] buggy

Gangbaarheid

• Het woord kinderkoets staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.