slaan
Uiterlijk
naamwoord van handeling | |
---|---|
zelfstandig | bijvoeglijk |
slaan | slaand |
slag | geslagen |
slaag |
- slaan
- Oudnederlands slān, verder te herleiden tot Proto-Germaans *slahan-. Verwant met Duits schlagen en Engels slay, binnen het Nederlands doublet met slagen en slachten. [1]
- In de betekenis van ‘klappen, slagen toebrengen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
slaan /slan/ |
sloeg /slux/ |
geslagen /ɣə'sla.ɣə(n)/ |
klasse 6 | volledig |
slaan
- overgankelijk een klap uitdelen; met de arm of een vastgehouden voorwerp een snelle, rakende beweging maken
- Hij sloeg hem met de vuist op de kin.
- het voorbrengen van geluid door ergens op te slaan
- De klok heeft al vier uur geslagen.
- ergatief ergens plotseling mee beginnen
- Het paard sloeg op hol.
- (spel) een stuk van de tegenstander door een bepaalde zet uitschakelen
- [1] meppen
|
door iets geen enkele hoop meer (laten) hebben
iets heeft totaal niets met een besproken onderwerp te maken
Dat choqueert je
Dat slaat nergens op
flink aan het werk gaan
zich verzetten tegen iets wat niet tegen te gaan is
een belachelijke of domme indruk maken
een nogal domme fout maken
ergens een voordeeltje uit halen
raden
iemand dwingen voor je te werken
ergens aan verdienen
aandacht proberen te krijgen voor diens zaak
eindelijk een stap vooruit in het proces
iets helemaal kapot slaan
door één ding te doen meteen twee dingen oplossen/bereiken
niet meer weten hoe het verder moet
helemaal van streek zijn
als je iemand (ergens mee) wilt afkeuren is er altijd wel een reden te vinden
op het goede moment de kansen benutten, bv dingen kopen
flink aan het werk gaan
Dat is niet logisch.
iemand hard slaan
zich redden uit een moeilijke situatie
|
1. een klap uitdelen; met de arm of een vastgehouden voorwerp een snelle, rakende beweging maken
2. het voorbrengen van geluid door ergens op te slaan
3. ergens plotseling mee beginnen
iemand bont en blauw slaan
|
- Het woord slaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "slaan" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ slaan op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "slaan" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
stamtijd | |
---|---|
infinitief | voltooid deelwoord |
slaan |
geslaan |
volledig |
slaan
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Sterk werkwoord klasse 6 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Ergatief werkwoord in het Nederlands
- Spel in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Afrikaans
- Woorden in het Afrikaans met audioweergave
- Niet-samengesteld werkwoord in het Afrikaans
- Werkwoord in het Afrikaans