verwend

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  verwend    (hulp, bestand)
• IPA: / vərˈwɛnt / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• ver·wend

Woordherkomst en -opbouw

• vervoeging van verwennen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	verwend	verwender	verwendst
verbogen	verwende	verwendere	verwendste
partitief	verwends	verwenders	-

Bijvoeglijk naamwoord

verwend

1. met te grote toegeeflijkheid opgevoed, bedorven; gewend om altijd te krijgen wat men wil

   ▸ Er waren de nodige vervelende lui, die onbeschoft, arrogant of verwend waren en ik deed mijn best om ze te vermijden.

Verwante begrippen

• vertroeteld, verwijfd

Afgeleide begrippen

• verwendheid

Vertalingen

    1.   

Engels: spoiled (en)

Spaans: mimoso (es)

Werkwoord

vervoeging van:	verwennen…
verbogen vorm:	verwende

verwend

1. voltooid deelwoord van verwennen

Gangbaarheid

• Het woord verwend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verwend" herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.