Posts tonen met het label mossen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label mossen. Alle posts tonen

dinsdag 6 oktober 2015

Begroeiing van dood hout in het bos.


Al een aantal decennia is het normaal om dood en afstervend hout in het bos te laten liggen en te laten verteren volgens de processen van de natuur. Dit stimuleert een grote diversiteit aan mossen, paddenstoelen en allerlei kleiner en groter dierenleven.


Tijdens onze vakantie wandelden we veel in de bossen noordelijk van Ootmarsum en daar heb ik extra gelet op de schoonheid van de begroeiing van het dode hout.


De beginnende herfst geeft het voordeel dat ook de paddenstoelen zijn verschenen.








vrijdag 13 maart 2015

De verborgen wildernis in mijn tuin (3)


Maandelijks laat ik hier een stuk van onze tuin zien, waarbij ik de beleving wil oproepen van een stukje wilde natuur. Deze keer heb ik kleine plekjes opgezocht, waar mossen en andere plantjes ongestoord hun eigen gang gaan en een klein biotoopje vormen.
De bovenste foto betreft een stukje van de stapelmuur, die bemost is geraakt (fijn laddermos en dikkopmos) en waar het muurleeuwenbekje langskruipt.
Hieronder een stukje poreus vulkanisch gesteente, waar zich gedraaid knikmos op heeft gevestigd. Op dit moment zie je de kapsels goed.


Een stukje boomschors van zo'n vijftien cm breed heeft een mooie begroeiing van een bekermos en een haarmos ( hieronder)


En als laatste een rond ovaal stuk steen dat volledig begroeid is met dikkopmos, muurleeuwenbekje en in het midden een jong robertskruidplantje.


Ook in een kleine tuin of op een balkon kun je zulke plekjes laten ontstaan, door bij voorbeeld in een vochtig,schaduwrijk hoekje een stuk poreuze steen of een stuk boomschors neer te leggen en te vergeten. Er wordt gezegd dat het helpt om zo'n steen in te smeren met karnemelk, maar zélf heb ik dat nooit gedaan.
Je zou ook een bemoste steen kunnen "redden" vanuit bij voorbeeld een bouwterrein. 
Zie hier de vorige maanden.

donderdag 19 februari 2015

Plant van de maand (februari).


Blogger Natuurlijk-Rijk verzamelt vanaf januari 2015 de berichten over plant(en) van de maand, die medetuinbloggers onder de aandacht willen brengen.
Dat is leuk en daar doe ik aan mee. Het spreekt voor zich dat het sneeuwklokje, de eerste krokussen, de hamamelis en de de helleborus tot de toppers zullen gaan behoren.
Maar als ik in mijn tuin kijk is er een ongebruikelijke plant, die steeds weer mijn aandacht trekt en mij blij maakt: een al wat jaren oud, dik kussen gewoon haakmos (Rhytidiadelphus squarrosus) van 80 cm lang, 65 cm breed en 10 cm dik. Het mos heeft zichzelf op die plek gevestigd op een redelijk zonnige plek.
Dit moskussen blijft 's winters heldergroen, vorst en sneeuw deren het niet (zie bovenste foto). In februari is er niet veel fris heldergroen meer te zien in de tuin. Daarom valt dit heldere, vrolijke groen zo op.


Het gaat hier om een veel voorkomend mos, dat meestal als hinderlijk onkruid wordt beschouwd. Maar, zoals bekend, koester ik mossen, ik vind ze prachtig.
Veel mossen zijn op dit moment trouwens aan het kapselen, en dat maakt het observeren van mossen in deze maanden zo leuk.
Het gewone haakmos kapselt zelden, en ik heb het bij mij dan ook nog niet gezien.
In de zomer, als het warm en droog is, kan het mos er wat verpieterd uitzien, maar het zal zich later weer herstellen.

van dichtbij gezien: gewoon haakmos (Rhytidiadelphus squarrosus)
Maar, verstikt het mos dan je planten niet? Fijne, lichtbehoeftige kiemplantjes zullen het onder een mospakket moeilijk hebben, maar stevige, al gesettelde planten trekken zich er niets van aan en komen gewoon door het mos heen op. Kijk maar eens naar deze plek in de zomer.

donderdag 27 februari 2014

Mossen (3): groot rimpelmos in je tuin.


Het groot rimpelmos (Atrichum undulatum) is een vrij algemeen mos, dat je ook op beschaduwde plekken in je tuin kunt aantreffen. De donkergroene zoden vallen best op; ik vind ze aan de noordkant van ons huis op de grond en in potten rond jonge, opgepotte boompjes.
Ik noemde het vroeger altijd “sterretjesmos” en zo zullen kinderen het ook gauw noemen. Maar het gewone sterrenmos heeft geen gerimpeld blad. En als het mos jong is, is het weer nauwelijks te onderscheiden van klein rimpelmos en dat geeft aan, dat je ook bij de gewoonste mossen nooit zeker van je zaak kunt zijn.

je ziet hier de rimpels in de blaadjes
Maar het hier besproken mos dat ik in mijn tuin aantref, is vrijwel zeker het groot rimpelmos. Op dit moment zijn de kapsels, de sporendoosjes, ruimschoots aanwezig en ik ben vooral onder de indruk van de, nog niet uitgerijpte, mooie donkerrode dekseltjes. Op sommige ervan zie je het vliesje, het huikje, nog zitten. Zie hieronder.


Mossen hebben niet, zoals vaatplanten, die later in de evolutie zijn ontstaan, een vochtafstotende, wasachtige huid, die meer bescherming zou bieden. Nee, hun opperhuid bestaat uit een laag die slechts één of enkele cellen dik is, waardoor vocht en voedingstoffen worden opgenomen. Het is duidelijk, dat de kwetsbaarheid voor verontreinigingen hierdoor ook groot is, waardoor mossen een goede graadmeter zijn voor de luchtkwaliteit.
Vocht staan ze bij droogte even gemakkelijk weer af, zodat ze dus snel uitdrogen. Mossen, en zeker het groot rimpelmos, zijn moeilijk te herkennen in uitgedroogde toestand.

Het eerder besproken dikkopmos en het groot rimpelmos, behoren tot de bladmossen. En deze worden weer ingedeeld in veenmossen, slaapmossen (o.a. dikkopmos) en topkapselmossen, zoals het groot rimpelmos.
Hieronder zie je goed, dat dit mos een topkapsel maakt aan de top van een afzonderlijk plantje.

topkapseltje groot rimpelmos

Voor mijn eerdere blogs over mossen, klik hier.
Voor een uitstekende inleiding in de wereld van de mossen kijk op de site van Yavannah.




zondag 16 februari 2014

Mossen (2): iedereen kent dikkopmos.


Dikkopmos is een algemeen voorkomend mos in tuinen, bermen, bossen, het groeit op steen, schors en op de grond. Iedereen komt het wel tegen, het kan met hele mooie vormpjes een plek begroeien. De witte topjes aan het eind zijn karakteristiek, hoewel ook andere – minder vaak voorkomende mossen dit kenmerk hebben. En dat maakt het met zekerheid determineren altijd onzeker, zie de opmerking van Albertine hieronder bij de reacties.
Dikkopmos (Brachythecium rutabulum) is een zogenaamd slaapmos: het vormt matten met meest liggende mosstengeltjes.


Het leukste van mossen is wel het kapselen. Mensen hebben het wel over “bloeiend mos”, maar mos kan niet bloeien. Planten met bloemen ontstonden pas veel later in de evolutie, in de tijd daarvoor waren er mossen, wolfsklauwen, paardenstaarten, en die maakten kapsels met sporen om zich voort te planten.
Wanneer bij mosplantjes bevruchting heeft plaatsgevonden, vormt zich een sporenkapsel (sporofyt) waarin veel sporen zitten. Het sporendoosje wordt afgesloten met een dekseltje waarop een soort snaveltje. En daaroverheen bevindt zich een heel dun vliesje: het huikje.

In het midden twee kapseltjes met wittige huikjes.
In het begin is een sporenkapsel nog dun en groen, maar later groeit het uit, het rijpt. Het huikje laat los en wordt afgeworpen, later wordt ook het dekseltje afgestoten. Bij veel bladmossen worden de sporen in het doosje dan nog beschermd door een soort tandjes (peristoom). Onder gunstige, droge omstandigheden buigen die tandjes naar buiten waardoor de sporen naar buiten kunnen om door de wind te worden verspreid. Bij verschillende mossoorten zien de sporendoosjes, deksels en huikjes er weer anders uit, waardoor je ze – onder vergroting – kunt herkennen.
Bij het dikkopmos zie je in januari al mooie, uitgegroeide sporen. In het centrum van bovenstaande foto zie je een kapsel, dat bezig is een bleek, snavelvormig huikje af te werpen. Linksmidden zie je nog een jong, groenig kapseltje.De andere kapseltjes zijn nog stevig afgesloten met het dekseltje.

Een maand later, nu dus, zijn vrijwel alle dekseltjes afgeworpen en zie je duidelijk de peristoomtandjes.

Peristoomtandjes op kapselmond, rechts blad van groot rimpelmos.
Aanvankelijk had ik zelfs bij dit eenvoudige mos problemen met het determineren. Op de tweede foto met de puntvormige dekseltjes meende ik dat het de snaveltjes van het gesnavelde klauwtjesmos waren. Verwarring van dikkopmos met dit mos komt vaker voor. Maar bij het gesnavelde klauwtjesmos zijn de snaveltjes toch echt wel explicieter en bovendien heet het niet voor niets klauwtjesmos: de blaadjes zijn wat gekromd, vooral ook zichtbaar aan de uiteinden. En het is duidelijk dat dat niet het geval is bij de hier getoonde plantjes.

Als mosjes door droogte inkrimpen, kan je ze niet meer goed bekijken Deze tijd is dus wel heel geschikt. En: fotograferen en uitvergroten op de computer: de meest simpele manier om ze goed te bekijken.

Zelfs als je slechts een klein balkon hebt, kan je in een beschaduwd hoekje een steen met mos laten begroeien. Op een braakliggend- of bouwterrein terrein zie je soms een mooi begroeide steen die je zonder de omgeving schade toe te brengen kunt meenemen.


Ik ben geen fan van het verzamelen van mos in bossen, dan schaad je het ecosysteem, het gaat in de tuin meestal dood en het is nog verboden ook. Met enig geduld groeit mos vanzelf op een steen of in een pot.
Hierboven een steen, die vanzelf met mos begroeid is geraakt.

En tenslotte het muurtje in onze tuin, dat na een jaar of acht leuk begroeid is.
Je ziet er meer mossoorten gecombineerd met muurleeuwenbekje.
Van links naar rechts: fijn laddermos, muurleeuwenbekje, kapselend dikkopmos.
Het is al leuk als je zo nu en eens wat rond speurt naar het dikkopmos, dat je vaker zult zien dan je denkt. Je gaat dan ook andere mossen zien, en je wordt nieuwsgierig naar deze bijzondere miniwereld.

donderdag 23 januari 2014

Mossen (1): in je tuin .


Mossen zijn echte oerplantjes want ze bestonden al toen er nog geen paardenstaarten en varens waren. En deze kleine plantjes, die in dit jaargetijde goed zichtbaar zijn, blijven mij boeien.
Mos is bij de gemiddelde tuinier niet populair , het is er om bestreden te worden, want "het overgroeit je gazon en verstikt je plantjes". Tja, dat je een grasmonocultuur, wat een gazon in feite is, vrij wilt houden van al het andere is begrijpelijk, maar oriënteer je dan liefst naar milieuvriendelijke oplossingen en grijp niet zo maar naar bestrijdingsmiddelen. En als je boeiende ontwikkelingen op gang wilt brengen in je grasmat, kijk dan eens op deze blogpost van de biodiverse tuin..

Verstikt mos je planten? Misschien dat bij het opkomen van zaden van gevoelige planten elk ander storend plantje ongewenst is. Maar normaal gesproken vormt mos nauwelijks een bedreiging wanneer je al stevig verankerde planten in je tuin hebt met een sterk wortelgestel.
Sterker nog, mossen beschermen de grond tegen erosie en uitdroging, en scheppen ook nog eens een goed microklimaat, waardoor allerlei zaden kunnen ontkiemen en kleine insecten kunnen gedijen.
Het is aardig om op een aantal plekken in je tuin het mos te tolereren en zich te laten ontwikkelen. Gewoon voor je genoegen, om te kunnen volgen waar welk mosplantje zich vestigt en hoe het zich gaat ontwikkelen. Je zult meer soorten tegenkomen dan je dacht.
In onze tuin heb ik op een aantal plekken mos, dat de grond flink bedekt. Maar de planten op die plekken zijn al jarenlang goed beworteld en sterk. Het mos doet ze niets. 


Kijk op de foto hierboven maar hoe het plakkaat haakmos er nu uitziet en hieronder hoe het afgelopen zomer was.


Er komen in Nederland zo'n 600 soorten voor, variërend van zeer algemene tot zeer bijzondere. Mossen, en vooral de bijzondere, zijn indicatoren voor een zuivere atmosfeer en gedijen niet bij overbemesting.
Het is lastige materie, want zelfs een gevorderde “moskijker” kan soms met het blote oog niet meer dan een 20 soorten met zekerheid determineren. Deze mensen hebben altijd loupjes aan een touwtje om hun nek en bij twijfel nemen ze kleine stukjes mee om onder de microscoop te bestuderen.
Als beginner vind ik het wel een uitdaging om te proberen de soorten in mijn tuin op naam te brengen. Het is nu een goede tijd om ze te bekijken. Als ze verdroogd zijn in het zomerseizoen zijn ze nauwelijks te herkennen.
Mijn methode is kijken, zo scherp mogelijk fotograferen, liefst met de sporenkapseltjes en dan maar zoeken op internet en vergelijken.
Ik heb veel aan het boek FotogidsMossen van Chris Buter waarin ruim 600 soorten op duidelijke foto's staan. Het boek is sinds mijn vorige post over mossen flink in prijs gedaald.
Een prachtige site blijft die van Yavannah, door haar ben ik enthousiast geworden.
En toevallig postte Helma gisteren prachtige foto's van een aantal mossen.

In het vervolg wil ik geregeld een mosje in mijn tuin nader bekijken en daar zo toegankelijk mogelijk – anders kan ik het zelf niet eens meer begrijpen ;-) – verslag van doen. Want mossen, dat is lastige materie.



zondag 19 februari 2012

Mossoorten thuisbrengen.

                                  Groot rimpelmos (atrichum undulatum)

                                  Gewoon dikkopmos (brachythecium rutabulum)

                                  Fijn laddermos ( eurhynchium
                                  praelongum)?

De laatste dagen  probeer ik de namen te achterhalen van een aantal mossen in onze tuin. Daarvoor heb ik ze op schoteltjes gedrapeerd en die staan naast de PC. Vergrootglas erbij en googlen.
Dat wil dus zo niet lukken. De vergrotingen op de meeste mossensites zijn behoorlijk, maar de loupe vergroot te weinig. Zo kun je niet vergelijken en krijg je absoluut volledig uitgetuurde prikogen.
Dan de mosjes maar fotograferen en de foto's flink ingezoomd openen op het scherm. Leve het breedbeeldscherm want rechts kan de foto van de mossenexpert ernaast gezet worden. Dat vergelijkt al een stuk beter.
Tja, bij enkele mossen denk ik er wel uit te komen. Maar de rest: ongelooflijk moeilijk! De details zijn moeilijk te herkennen, het overzicht gaat verloren: je gaat de mist in.  Een mossenexpert is toch wel een groot specialist; dat ben je pas na jaren turen en studeren.
Wel ben ik er achter gekomen dat  we heel wat meer mossen in de tuin hebben dan we dachten. Ik schat zo'n 15 tot 20 soorten, inclusief levermossen en korstmossen, waar ik nog wel op terug zal komen.
Verder heb ik een mooie mossensite ontdekt, deze en deze , een instructief  blogje en het ultieme mossenboek:  "Fotogids Mossen"  door Chris Buter.
Die laatste gaat op mijn verlanglijstje.

vrijdag 27 januari 2012

Mossenbiotoopjes.

Maar een kort moment streek het zonlicht zo mooi over de mossen op de lavasteen naast het mossenbakje (boven) en op het bakje zelf ( zie hieronder) dat ik wel naar buiten moest met het fototoestel, overigens een simpele Panasonic Lumix DMC-TZ7. Ik ben altijd weer verbaasd over de schoonheid van kleine dingen, waar je zo aan voorbij zou lopen. Een wildernisje op kleine schaal.


In het midden van het rotspartijtje in de schaal hier vlakboven zie je het gebiedje waarop boven is ingezoomd. In oktober zag het bakje er uit.

dinsdag 6 december 2011

Bloeiend mos.

Mossen ga ik steeds mooier vinden. Ze determineren vind ik heel moeilijk; op zulke kleine schaal de kenmerken in het hoofd op te slaan.
Het genieten is er niet minder om. Deze staat nu in een mossenbakje bij onze keukendeur.

zondag 9 oktober 2011

Mossenbakje.



Als ik later oud ben en  ik heb alleen nog maar een piepklein balkonnetje... Dan kan ik altijd nog genieten van dit mossenbakje waar zich op kleine schaal een boeiende vegetatie heeft ontwikkeld.